naar homepage





Nieuwe boeken over de Eerste Wereldoorlog
 
Tweedehands WOI boeken: Boekwinkeltje Niemandsland

Zie ook: Nieuw verschenen geschiedenisboeken

Bestel direct online!



De Eerste Wereldoorlog in een notendop

Korte samenvatting van de Eerste Wereldoorlog

Enkele algemene gegevens
Als gevolg van opgelaaide nationalistische gevoelens, grote belangentegenstellingen en een niet aflatende strijd om de hegemonie hadden zich aan het begin van de twintigste eeuw in Europa twee politieke machtsblokken gevormd. Aan de ene kant stonden de Centralen, bestaande uit Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Aan de andere kant de Geallieerden: Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland, welk bondgenootschap toen algemeen ‘de Entente’ werd genoemd.

Men achtte het in die tijd zeer waarschijnlijk dat de voortdurend oplopende spanningen en de daarmee samenhangende bewapeningswedloop uiteindelijk tot een oorlog zouden leiden. Toen de Oostenrijkse troonopvolger aartshertog Franz Ferdinand en zijn echtgenote op 28 juni 1914 te Sarajevo bij een aanslag om het leven kwamen, bleek dat de aanleiding te zijn tot een wereldomspannend gewapend conflict.

Oostenrijk-Hongarije hield Servië verantwoordelijk en verklaarde enige weken daarna de oorlog aan dat land. Vervolgens bemoeide Rusland zich met de situatie door een algemene mobilisatie af te kondigen, waarop Duitsland eveneens mobiliseerde. Nederland volgde ook, maar verklaarde zich tegelijkertijd neutraal te midden van de oorlogsdreiging. Door de onderlinge, vaak geheime afspraken die binnen de beide machtsblokken waren gemaakt, volgden de oorlogsverklaringen elkaar daarna razendsnel op en was er binnen enkele weken sprake van de ‘Grote Oorlog’.

Eind 1914 waren er al tien Europese landen met elkaar in oorlog. Om door de verovering van een kleine Duitse kolonie in China zijn eigen invloedssfeer te vergroten had Japan eind augustus de oorlog verklaard aan de Centralen, terwijl het vele nationaliteiten omvattende Ottomaanse Rijk (Turkije) in de eerste dagen van november oorlogsverklaringen van achtereenvolgens Rusland, Servië, Engeland en Frankrijk had moeten incasseren.

Italië was verbonden met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, maar hield zich aanvankelijk afzijdig. Daarna maakte het land een politieke ommezwaai en verklaarde op 23 mei 1915 de oorlog aan de Donaumonarchie.

In november 1918 waren uiteindelijk drieëndertig landen officieel met elkaar in oorlog. Formeel kwam dat neer op 1.500.000.000 mensen: meer dan tachtig procent van de toenmalige wereldbevolking. Wereldwijd bleven slechts twaalf landen neutraal.

Behalve in West-Europa ontstonden er ook in Karinthië, de oostelijke Alpen, Rusland, de Balkan, Turkije en het Midden-Oosten fronten waar de Grote Oorlog uitgevochten werd. In totaal vielen er als een direct gevolg van de oorlogshandelingen bijna tien miljoen doden; het aantal lichamelijk en geestelijk gewonden liep op tot ongeveer twintig miljoen.

Ook op zee werd strijd geleverd. Op 31 mei en 1 juni 1916 vond voor de kust van Jutland een enorme zeeslag plaats tussen de Britse ‘Grand Fleet’ en de Duitse ‘Hochseeflotte’. Beide partijen leden zware verliezen, maar de strijd bleef uiteindelijk onbeslist.

Ook koopvaardij- en passagiersschepen werden regelmatig slachtoffer van Duitse duikboten, waarbij duizenden passagiers en bemanningsleden om het leven kwamen. Naar schatting 1,5 miljoen bruto registerton van de geallieerde koopvaardij werd tot zinken gebracht.

Berucht werd de ondergang van het Britse passagiersschip de ‘Lusitania’ in 1915, waarbij twaalfhonderd opvarenden om het leven kwamen. Ook schepen uit neutrale landen - waaronder veel Nederlandse - bleven niet altijd gespaard.

Het verloop van de Eerste Wereldoorlog in het kort

Het jaar 1914
Op 4 augustus 1914 trok het Duitse leger België binnen op weg naar Frankrijk, met de bedoeling eerst dit land te verslaan en vervolgens Rusland aan te vallen. Ondanks hevig verzet en Britse hulp werd België op het gebied in het zuidwesten na toch overweldigd, waarbij het Duitse leger tal van wandaden pleegde tegenover de burgerbevolking. Ook het in brand steken van de beroemde bibliotheek van Leuven werd wereldwijd scherp veroordeeld.

Het gevolg was dat, vooral nadat de vesting Antwerpen in oktober was gevallen, naar schatting 1,6 miljoen Belgen op de vlucht sloegen, van wie er bijna één miljoen onderdak zochten in Nederland. Onder de vluchtelingen bevonden zich ook Belgische, Britse en Duitse militairen, die in Nederland volgens het internationale recht ‘voor de duur van de vijandelijkheden’ werden geïnterneerd.



De aanvankelijk succesvol verlopende opmars van het Duitse leger werd in Frankrijk bij de Marne tot staan gebracht. Aan het einde van 1914 was vanaf het zuidwesten van België tot aan de Frans-Zwitserse grens het Westelijk Front ontstaan, waar de legers zich diep hadden ingegraven.

Het was het begin van een gruwelijke loopgravenoorlog waarin men elkaar, achter prikkeldraadversperringen gelegen, met artillerie, mitrailleurs en gifgas bestookte en waarbij ook vliegtuigen en later eveneens vlammenwerpers en tanks werden ingezet. 

Het gebruik van vliegtuigen beperkte zich niet alleen tot acties aan het front. Voor het eerst in de geschiedenis werd ook de burgerbevolking geconfronteerd met luchtaanvallen op steden en fabrieken, waaraan af en toe ook zeppelins deelnamen.

Het jaar 1915
Het jaar 1915 kenmerkte zich door de vele pogingen die de Britten en de Fransen ondernamen om een doorbraak in de Duitse stellingen te forceren. Onder meer bij Neuve-Chapelle, Loos en Ieper vonden zware gevechten plaats, waarbij altijd de aanval centraal stond. Deze aanvallen vormden het begin van een massaslachting op ongekende schaal, maar leidden bijna nooit tot terreinwinst.

Bij Ieper werd voor het eerst gifgas gebruikt, eerst door de Duitsers, later ook door de geallieerden. De levensomstandigheden in de loopgraven, die zo beeldbepalend zouden worden voor de Eerste Wereldoorlog, waren mensonterend. Ziekten, ongedierte als luizen en ratten, zware beschietingen en gasaanvallen maakten het leven in de voorste linies tot een hel.

Het jaar 1916
In 1916 poogde het Duitse leger een grote doorbraak te forceren bij Verdun. Dit leidde tot een tien maanden durende veldslag, waarbij Frankrijk op de rand van de afgrond kwam te staan. Om een einde te maken aan de druk die de Duitsers op Verdun uitoefenden, werd in juni bij de rivier de Somme een gemeenschappelijke Frans-Britse aanval opgezet, maar die liep uit op een fiasco.

De Britten verloren alleen al op de eerste dag van deze slag 60.000 man: gedood, gewond, vermist of krijgsgevangen gemaakt. Aan het eind van het jaar werden de Duitse troepen ten slotte weer teruggedreven tot aan hun oorspronkelijke stellingen. De verliezen aan beide kanten waren enorm.

Het jaar 1917
Om de aanvoerlijnen naar Engeland af te snijden, kondigde Duitsland begin februari 1917 een onbeperkte duikbotenoorlog af, die inhield dat ook neutrale handelsschepen zonder waarschuwing getorpedeerd konden worden. Dit leidde er uiteindelijk toe dat ook de Verenigde Staten in april 1917 de oorlog aan Duitsland verklaarden. Het zou echter nog tot juni 1918 duren voordat het Amerikaanse leger in staat was een beslissende bijdrage te leveren aan de geallieerde inspanningen aan het Westelijk Front.

In Europa gingen de massaslachtingen steeds maar door. In april 1917 begon in Frankrijk het berucht geworden offensief aan de Chemin des Dames, dat opnieuw ontaardde in een zinloos bloedbad. Als reactie daarop braken kort daarna op grote schaal muiterijen uit in het Franse leger, waar de gezagsdragers hard tegen op traden. Soms werden er doodvonnissen voltrokken, maar ook werd een aantal gerechtvaardigde soldateneisen werden ingewilligd en grote massale aanvallen bleven voorlopig uit.

Ook de Britten waagden nog eens een poging een doorbraak te forceren in België. In juni boekten zij bij Mesen na een aantal mijnontploffingen enige terreinwinst. Daarna volgde opnieuw een veldslag bij Ieper, die bij het dorp Passendale in de modder smoorde, wederom met enorme verliescijfers aan beide zijden. De slag bij Cambrai, met inzet van tanks en vliegtuigen, die plaatsvond in november 1917, leverde de Britten en de Fransen weer geen definitieve doorbraak op.

In alle oorlogvoerende landen en ook in de neutrale staten kreeg men in de loop van dit jaar te maken met een stagnerende aanvoer van grondstoffen, voedsel en brandstof. De algemene schaarste leidde tot distributiemaatregelen, met lange rijen wachtenden bij de winkels als er eindelijk weer eens iets te koop was. Mede hierdoor groeide een wijdverbreide maatschappelijke onvrede, die in de grote steden geregeld tot uiting kwam in demonstraties, relletjes en sociale onrust.

Er was sprake van een toenemende oorlogsmoeheid, die versterkt werd door de pagina’s lange dodenlijsten in de kranten. In de loop van 1918 kwam daar de zgn. Spaanse griep bij, die als een ‘windvlaag des doods’ over grote delen van de wereld raasde en naar schatting meer dan twintig miljoen slachtoffers maakte.

Rusland verdween van het geallieerde toneel, toen na de oktoberrevolutie in 1917 de aan de macht gekomen bolsjewieken een wapenstilstand met de Duitsers sloten. Die werd in maart 1918 gevolgd door de vrede van Brest-Litovsk. Hierdoor was Duitsland in staat een groot deel van zijn troepen over te brengen naar het Westelijk Front.

Het jaar 1918
In de lente van 1918 zette Duitsland een groot offensief in, dat was bedoeld om een beslissende overwinning te behalen, voordat de Amerikaanse troepen op volle gevechtssterkte zouden zijn. Pas in juli werden de Duitse aanvallen definitief tot staan gebracht bij de Marne. Dit bleek het keerpunt in de oorlog te zijn.

In augustus werden de Duitsers bij Amiens voor het eerst ver teruggeslagen. In september volgde een groot geallieerd offensief in de Meuse-Argonne-streek. Hierbij waren ook de Amerikanen op volle sterkte ingeschakeld. In september vond bij St. Quentin uiteindelijk een grote geallieerde doorbraak plaats, waarbij de Duitsers definitief werden teruggedreven.

In Duitsland waren eind oktober onlusten uitgebroken als gevolg van voedseltekorten, oorlogsmoeheid en linkse politieke agitatie. In de Duitse marinestad Kiel brak een muiterij uit onder de matrozen. De onlusten breidden zich snel over Duitsland uit en dreigden ook Berlijn in hun greep te krijgen.

De regering trad af en een nieuwe regering zocht contact met de geallieerden om tot een vredesregeling te komen. Keizer Wilhelm II vluchtte op 10 november 1918 vanuit zijn militaire hoofdkwartier te Spa naar Nederland. Een dag later deed ook keizer Karl I van Oostenrijk afstand van de troon en zocht hij zijn heil in Zwitserland.

Op 11 november 1918 sloten de Fransen, de Engelsen en de Duitsers in een treinwagon bij het ten noordoosten van Parijs gelegen plaatsje Compiègne een wapenstilstand en was de Eerste Wereldoorlog in feite voorbij. De vrede ging echter pas officieel in, toen op 28 juni 1919 het Verdrag van Versailles werd getekend, waarbij de kaart van Europa en de machtsverhoudingen in de wereld ingrijpend werden gewijzigd.

Rob Kammelar, Jacques Sicking en Menno Wielinga zijn de auteurs van bovenstaande samenvatting. Zij zijn ook de samenstellers van de bloemlezingen
Het monster van de oorlog (Nijgh & Van Ditmar - 2004) en
De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen (Nijgh & Van Ditmar - 2007)

 © 2007 - R. Kammelar, J. Sicking en M.P.Wielinga. De auteursrechten van dit artikel berusten bij de auteurs. Voor gehele of gedeeltelijke overname is daarom uitdrukkelijke toestemming vereist van de auteurs.

  naar homepage


eXTReMe Tracker