Vanaf 1917 verschijnt de koningin weer meer samen met
prins Hendrik in de openbaarheid. Samen zijn ze in Leeuwarden, Gorinchem, Rotterdam en Utrecht. Samen gaan ze naar de
kerk, naar exposities, de Jaarbeurs en op verjaarsvisite
bij premier Cort van der Linden.
Prins Hendrik, die zich intensief heeft bemoeit met de
oprichting van padvinders-verenigingen in Nederland en
daarvan voorzitter is, gaat zich er vanaf 1917 nog meer
mee bezighouden. Zo bezoekt hij – al dan niet in korte
broek – kampen in Soesterberg, Den Haag, Basel,
Groningen, Stratum en Assen. In 1918 zal hij zich –
inmiddels 42 jaar oud – laten installeren als padvinder.
Vrijdag 12 januari Namens koningin Wilhelmina laat
gezant Giskra de recent gekroonde keizer-koning Karel
van Oostenrijk en Hongarije op de hoogte stellen van het
feit dat zij weet van de zware last die hij nu draagt en
dat de koningin in geval van een eventuele Haagse
vredesconferentie alles zal doen om de hem daar
wachtende taken te vergemakkelijken.
De Britse gezant heeft tijdens zijn audiëntie bij
koningin Wilhelmina de indruk gekregen dat Nederland
zich voorbereidt op eigen vredesinitiatieven. Uit eigen
beweging speculeert hij even op een congres in Bern. Een
vurige reactie van de vorstin is het gevolg: “She perked
up and said that everything was ready at The Hague for
peace negotiations, and it seemed to her the fittest
place.”
Maandag 15 januari Koningin Wilhelmina laat de
Russische tsaar via haar gezant weten dat zij, zo gauw
hij dat wenst, haar steun zal geven bij pogingen om in
Den Haag de vrede naderbij te brengen
Woensdag 24 januari Koningin Wilhelmina inspecteert de
troepen van het garnizoen te Amersfoort, opgesteld op
de Leusder Heide. De volgende foto is genomen
op de terugweg naar Amersfoort.
|
Zondag 25 februari
Koningin Wilhelmina ontvangt een
telegram van keizer Wilhelm, waarin hij schrijft de
recente torpederingen van Nederlandse schepen te
betreuren.
Maandag 26 februari Koningin Wilhelmina zendt een
telegram aan keizer Wilhelm, waarin zij haar waardering
uit voor zijn getoonde medeleven, maar zij is zelf van
mening dat de torpederingen grotere consequenties hebben
dan de keizer heeft getelegrafeerd.
|
In februari
is er een militair ijsfeest op het terrein van
paleis Huis ten Bosch.
Koningin Wilhelmina - zelf een verwoed
schaatster, soms doet zij staatszaken
zelfs af op het ijs - komt een kijkje nemen bij
de wedstrijden. |
Dinsdag 27 februari
Koningin Wilhelmina stuurt een telegram aan de Duitse
keizer: "Ich danke Dir für Dein Telegramm in welchem Du
Dein lebhaftes Bedauern ausdrückst über den grossen
Verlust, den die niederländische Handelsmarine seitens
eines deutschen Unterseebootes erlitt. Ich ersehe aus
demselben, dass Du die Bedeutung des Unglücks ermessen
hast, ist doch nicht nur nationales Eigentum damit
verloren gegangen, sondern auch die Ernährung meines
Volkes ernstlich erschwert und bedroht[...]"
Maart 1917
In deze maand maakt koningin Wilhelmina een militaire
inspectietocht naar Ede. Zij woont verschillende
oefeningen bij.
Vrijdag 6 april
Koningin Wilhelmina stuurt keizer
Wilhelm een telegram. Zij noemt hem
hierin dan wel "Lieber, sehr verehrter Vetter",
uit een brief aan haar moeder, koningin Emma, weten we
dat zij hem een "merkwaardig type" vond. (Stel u voor,
dat ze het telegram zou aanheffen met "Merkwaardig
type", of "Raar Mannetje"! Reken maar dat de
neutraliteit dan onmiddellijk geschonden zou worden)
De tekst luidde o.a. [...] "Es drängt Mich Dir
die Versicherung zu geben, dass Ich die
freundschaftliche Gesinnung für mein Land sehr schätze".
[...]
Zaterdag 7 april
Het hoofd der juridische
afdeling van het Auswärtige Amt Kriege schrijft aan
premier Cort van der Linden: "In Sachen der versenkten
sieben Schiffe wird der Kaiser dass in Aussicht
gestellte Schreiben Ihrer Majestät der Köningin in sehr
freundlichem Sinne beantworten."
Woensdag 18 april
Als antwoord op zijn
brief van 13 april, stuurt koningin Wilhelmina weer een
telegram richting haar Duitse neef Wilhelm:
"Deinen freundschaftlichen Brief habe Ich soeben
erhalten. Seinen Inhalt werde Ich mit grösster
Aufmerksamkeit erwägen und hoffe Dir baldigst antworten
zu können, möchte Dir aber gleich heute meinen von
Herzen kommenden Danke für Deine Zeilen aussprechen."
Maandag 30 april Prinses Juliana wordt acht jaar. Geen
recepties of feestelijkheden, wèl defileert een regiment
Grenadiers langs de koninklijke familie die vóór paleis
Noordeinde staat. Een talrijke menigte juicht zich
schor.
|
Koningin Wilhelmina neemt het
defilé af op 30 april 1917 |
Freule Repelaer, verzorgster van prinses Juliana,
vertelt: “In de zomer van 1917 heb ik voor de toen
achtjarige prinses “Afkes tiental” gekozen. [Volgens een
andere bron is het freule van de Poll geweest die dit
boek heeft voorgelezen. Wellicht hebben beide freules er
uit voorgelezen!]
Ik las het grotendeels voor op “De Ruygenhoek”
[buitenhuis in de duinen van Scheveningen]. Koningin
Wilhelmina was er ook bij. Wij zaten met ons drieën in
een duinpan. Het is moeilijk te zeggen wie er beter naar
heeft geluisterd, de prinses of haar moeder. Daar in de
duinen hadden wij er een hele discussie over. Koningin
Wilhelmina vond dat het verhaal overdreven was. Ik heb
toen fel gereageerd met: “Majesteit, als er één boek
naar het leven is geschreven, dan is het dit.”
Haar interesse werd daarop nog groter. Voor de koningin
ging een nieuwe wereld open. Van dat soort zaken had zij
geen idee, kon zij ook geen idee hebben. Bij bezoeken
werden haar meestal alleen de mooie dingen getoond. Dat
er in de noordelijke provincies zoveel armoede heerste,
was iets waar zij geen weet van had.
Ik meen wel te mogen zeggen dat dankzij dit boek bij de
koningin meer begrip is ontstaan voor het feit dat er in
Nederland op sociaal gebied bijzonder schrijnende
toestanden heersten. Ik vond het mijn plicht de
koninklijke familie met het echte leven in aanraking te
brengen en ik heb wel de indruk gekregen dat de koningin
dat heeft gewaardeerd.”
Begin mei zijn koningin Wilhelmina en prins Hendrik
aanwezig bij het defilé van depottroepen in de
Dierentuin te Den Haag. Terwijl de muziek populaire
soldatenliederen speelt, zingen de soldaten mee. Na het
defilé bezoekt het koninklijk paar de Militaire
Huisvlijttentoonstelling.
|
Koningin Wilhelmina en
prins Hendrik aanwezig bij het defilé
van depottroepen in de Dierentuin te Den Haag.
|
Eveneens begin mei inspecteert koningin Wilhelmina in de
omgeving van Voorst de troepen: wielrijders, huzaren, de
infanterie, de mitrailleurs en de veldartillerie.
|
Koningin Wilhelmina inspecteert in de omgeving
van Voorst de troepen |
Dinsdag 1
mei
De koningin laat aan Wilhelm
weten:
"Lieber, sehr verehrter
Vetter, es ist mir eine wahre Freude Dir heute
mitzuteilen, dass nach ernster Erwägung deines
freundschaftlichen Vorschlages, den Ersatz unserer
versenktenchiffe betreffend, Ich die von Dir angebotene
Lösung annehmen kann."
Dinsdag 8 mei Keizer Wilhelm schrijft een brief aan
koningin Wilhelmina.
Vrijdag 11 mei De minister van oorlog Nicolaas Bosboom
biedt zijn ontslag aan aan koningin Wilhelmina vanwege
een conflict in het parlement over de oorlogsbegroting.
Het ontslag wordt geaccepteerd.
Donderdag 24 mei Veenbranden brengen koningin
Wilhelmina naar Drenthe.
|
|
|
Koningin
Wilhelmina bezoekt Drenthe vanwege de
veenbranden |
Zaterdag 2 juni
Koningin Wilhelmina is in Haarlem
aanwezig bij militaire sportfeesten. Op de volgende foto
inspecteert de vorstin de deelnemers aan de 24-uurs
afstandsmars nà hun aankomst op het terrein.
Woensdag 6 juni Koningin Wilhelmina maakt een
inspectietocht in Noord-Brabant. Op de volgende foto
staat de vorstin op een kort te voren vervaardigde pont
waarmee zij wordt overgezet, in de omgeving van Vught.
|
Per 1
juli, gaat koningin Wilhelmina met haar dochter een
maand op Scheveningen wonen. De vorstin heeft in de
duinen, dichtbij de watertoren aan de Harstenbroekweg,
een stuk grond gekocht. Daarop is, in 1916, begonnen met
de bouw van een buitenhuis. In 1917 is het klaar. Het
huis krijgt de naam "Den Ruygenhoek". Aldaar, hangt aan
de muur van haar slaapkamer een, met kalligrafisch
getekende letters, uitspraak van Michiel Adriaanszoon de
Ruyter. Vanuit haar bed kan de koningin lezen: “Ik wil
van niemant geroemt noch opgehaalt worden, als ik
slechts mijn gemoedt magh voldoen en mijn orders
uitvoeren.”
Prins Hendrik vertrekt deze zelfde
dag naar het neutrale Zwitserland, waar hij Duitse
familieleden ontmoet. Prins Hendrik mag dit jaar van de
Nederlandse regering één keer naar Duitsland, omdat zijn
broer in het huwelijk treedt, maar hij moet wel na twee
dagen terugkomen.
Maandag 16 juli
Britse oorlogsschepen
vallen Duitse handelsboten aan in Nederlandse
territoriale zeegebieden
wat een schending van de Nederlandse neutraliteit
inhoudt.
Dinsdag 17 juli
Koningin Wilhelmina stuurt een
telegram aan koning George van Engeland om haar
verontwaardiging uit te spreken over deze schending. Aan
de Duitse keizer laat zij weten:
"Sehr verstimmt durch die gestrige Verletzung unserer
territorialen Gewässer durch Brittischen Streitkräfte
und tief bedauernd dasz deutsche
Handelsschiffe das Opfer derselben geworden".
Zij verzekert hem dat de
Nederlandse regering stappen onderneemt bij de Britse
regering om genoegdoening te eisen. En dat "Meine
Marine" al het mogelijke zal doen om een herhaling
hiervan te voorkomen. De strekking is
duidelijk: Willen de heren a.u.b. nadenken over
de vitale belangen van haar land!
Donderdag 26 juli
De vorstin is op militaire inspectietocht in Brabant.
Dinsdag 7
augustus Koningin Wilhelmina heeft voor het
eerst “gewone mensen” ten paleize uitgenodigd, om de
stemming onder het volk en zijn levensomstandigheden
beter te kunnen peilen.
Woensdag 8 augustus Koningin Wilhelmina schrijft haar
moeder: “Mijne eerste audiëntie van menschen uit den
werkenden stand had ik gisteren, den christenman; een
aangename ontwikkelde man, heden komt de neutrale,
morgen de Kath[oliek]. Ik heb hoop dat het zullen
blijken oude kennissen te zijn."
Woensdag 12 september Koningin Wilhelmina schrijft haar
moeder over haar zwager Johann Albrecht von Mecklenburg
[die dit jaar is toegetreden tot de leiding van de
uiterst rechtse “Deutsche Vaterlandspartei”]: “Tusschen
Abby en mij zal het, vrees ik, wel nooit meer gaan. Er
is zeker “een uit wandelen” bij hem.”
Zondag 16 september Koningin Wilhelmina schrijft aan
haar moeder: “Wij zullen door deze moeielijke dagen heen
moeten en ZULLEN er ook door komen. Maar kwaad is het.
En eenzaam voel ik mij ook op mijn post.”
Woensdag 19 september Koningin Wilhelmina bezoekt in Zuid-Limburg de kolenmijndistricten om het moreel van de
mijnwerkers op te vijzelen in een door kolenschaarste
getroffen Nederland.
|
|
|
Koningin Wilhelmina bezoekt Zuid-Limburg
|
Zondag 23 september Koningin Wilhelmina schrijft aan
haar moeder en vertelt dat het bezoek aan de Limburgse
kolenmijnen een rit in het zadel van circa vier uur
heeft gevergd: “Hoe ik het uitgehouden heb begrijp ik
zelf niet…”
Oktober: nadat zich ernstige moeilijkheden hebben
voorgedaan in het bestuur van het Rode Kruis, wordt Colijn tot ondervoorzitter benoemd. In de praktijk
echter laat prins Hendrik de leiding goeddeels aan
Colijn over, die dus als een soort puinruimer mag
optreden. (Voor een toelichting op deze 'ernstige
moeilijkheden'
klik hier)
Donderdag 18 oktober Koningin Wilhelmina arriveert om
18.30 uur in Middelburg, na het maken van een militaire
inspectietocht door Zuid Beverland en een bezoek aan de
werken voor het maken van de derde schutsluis voor het
kanaal door Zuid Beverland. De vorstin overnacht in de
koninklijke trein. Prins Hendrik is deze donderdag in
Groningen voor padvindersactiviteiten. Ook bezoekt hij
een suikerfabriek.
|
Koningin
Wilhelmina tijdens een militaire inspectietocht
in Zuid Beverland |
|
Koningin Wilhelmina in Hansweert
waar zij de nieuwe sluiswerken
en de elektrische centrale bezoekt |
Vrijdag 19 oktober Koningin Wilhelmina vertrekt ’s
ochtends reeds om acht uur per auto en onder hevige
regen uit Middelburg naar Walcheren voor, aldus
Handelsblad, “militaire inspectie, welke te half twaalf
eindigde met een revue over de troepen te Middelburg,
waarbij HM te paard zat.”
Zondag 4 november De Savornin Lohman schrijft aan
professor Fabius: “Bijna een uur lang heb ik met H.M.
gepraat vooral over Groen v. Pr. En de tijd van het
Réveil. Zij vertelde mij, dat zij ‘Ongeloof en
Revolutie’ geheel doorgelezen had – zij leest goed – en
vooral ook dat zij te eenzijdig was opgevoed.
Toen ik Haar zeide dat de Koningin-Moeder mij indertijd
verteld had, dat na het aflopen van de les – zij
dikwijls gezegd had aan de Koningin, dat zij niet alles
moest geloven, want dat anderen het precies omgekeerd
vertelden, antwoordde de koningin dat dit wel waar was,
maar dat zij toch niet genoeg op de hoogte was gehouden.
Zij sprak veel over Haar Huis, en over Prins Maurits
scheen zij niet goed te spreken, om diens houding bij de
veroordeeling van Oldenbarnevelt. Ik raadde Haar aan om
daarna nog eens ‘Maurice et Barnevelt’ van Groen v. P.
te lezen, een werk dat zij niet kende.”
|
|