Inleiding: de Keizerslag - ‘der Kaiserschlacht’ - ‘Operatie Michael’
Deze aanval op Villers-Bretonneux, die begon op 17 april
1918, werd uitgevoerd in het kader van een grote Duitse
aanval die de ‘Keizerslag’ (‘Der Kaiserschlacht’) werd
genoemd.
Toen op 3 maart 1917 de Vrede van Brest-Litovsk was
ondertekend, kon Duitsland een grote troepenmacht
terugtrekken van het Russische front en overplaatsen
naar het Westelijk Front. Op 6 april 1917 verklaarde de
Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. En sinds die
tijd hadden de Amerikanen grote aantallen manschappen en
veel materieel naar Europa stuurden.
Deze troepen waren nog niet inzetbaar maar werden
getraind en zouden, zodra ze op gevechtssterkte waren,
de geallieerden aan het Westelijk Front een numeriek
overwicht geven. Voordat het zover was wilde Erich
Ludendorff, de Duitse opperbevelhebber, een grote aanval
opzetten die de geallieerden een beslissende slag zou
toebrengen, waardoor ze gedwongen waren
vredesonderhandelingen te beginnen.
De Duitsers spraken zelf over ‘Operatie Michael’ die op
21 maart 1918 begon en die bestond uit een aantal
offensieven zoals:
- Operatie Mars, een offensief tegen de Britten en
Fransen in het Somme-gebied
- Operatie Georgette, een offensief in België gericht
tegen de Britten rond Ieper;
- Operatie Blücher, een offensief tegen de Fransen bij
de Chemin des Dames en
- Operatie Friedensturm, gericht tegen de Fransen in
Marne-gebied en ook op Parijs.
De aanval op Villers-Bretonneux, die op 21 maart 1918
begon, was een onderdeel van de Operatie Mars die was
gericht op de lijn Arras - Amiens. Hier wilden de
Duitsers een wig drijven tussen het Franse en het Britse
leger. Als de Duitsers hierin slaagden zouden de Britten
zich waarschijnlijk terugtrekken naar Engeland waarna de
Fransen gedwongen zouden zijn vrede te sluiten met
Duitsland.
|
Overzicht van de Duitse linies eind
maart 1918 |
Tot dusverre waren de Duitsers zeer succesvol geweest.
Zij hadden de Britse en Franse troepen over grote
afstanden teruggedreven. Zo werden de Britse linies bij
de Somme in twee dagen tijd doorbroken en rukten de
Duitsers 25 km op. Even leek het er op dat het
geallieerde front zou splijten en het leek er zelfs op
dat de Duitsers alsnog Parijs zouden bereiken.
Hoewel Duitsers onder leiding van Ludendorf de operatie
tot in de puntjes hadden voorbereid, bleef een
definitieve beslissing uit; na verloop van tijd werden
de Duitsers teruggedrongen. In Duitsland en onder de
fronttroepen begon de
oorlogsmoeheid zich langzamerhand af te tekenen. In
april was het nog niet zover. De Duitsers waren nog
volop in de aanval en de geallieerden werden
teruggedrongen. De slag bij Villers-Bretonneux zou een
keerpunt vormen.
De Slag bij Villers-Bretonneux op 24 april 1918
Op woensdag 17 april opende de Duitse artillerie een
zeven dagen durend bombardement (waarbij op hert laatst
ook gasgranaten werden gebruikt) op het stadje en de
omgeving van Villers-Bretonneux, waarbij talloze
slachtoffers vielen onder de daar ingegraven Britse
troepen. Een week later, op woensdag 24 april om 7.00
uur, openden vier Duitse infanteriedivisies onder een
zwaar rookgordijn, gesteund door dertien A7V tanks, de
aanval op Villers-Bretonneux.
|
|
|
Kennismaking met de Duitse tank:
Sturmpanzerwagen A7V.
De bemanning telde 18 koppen.
Afmetingen: lengte 8 m,
breedte 3,06 m, hoogte
3,3 m.
Het gewicht was 34 ton. De bepantsering was 10 tot
30 mm dik.
Bewapening: één 57 mm kanon
en zes mitrailleurs.
De voortbrenging geschiedde door twee 75 pk
Daimler benzinemotoren.
De topsnelheid op vaste ondergrond was 13
km/u - de actieradius 40 km.
Het totale aantal geproduceerde A7V tanks bedroeg 20
stuks. |
De verschijning van deze enorme Duitse A7V tanks zaaide
grote verwarring en paniek onder de Britse verdedigers:
zij waren er in het geheel niet op voorbereid dat de
Duitsers eigen tanks in de strijd konden werpen. De
Duitsers hadden voor zover bekend geen eigen tanks en
tot voor kort waren zij geconfronteerd met hun eigen
Mark IV tanks die bij voorgaande gevechten in Duitse
handen waren gevallen (deze Britse tanks werden door de
Duitsers ‘Beutepanzer’ genoemd) en daarna tegen de
geallieerde troepen werden ingezet.
Deze ‘Beutepanzer’ waren bij voorgaande gevechten (o.a.
bij de Slag bij Cambrai) in Duitse handen gevallen.
Sommigen bijna onbeschadigd – en als ze beschadigd waren
werden ze gebruikt om onderdelen uit te slopen.
Uiteindelijk waren de Duitsers in staat om 60 (sommige
bronnen noemen 50, 80 of zelfs 160) Mark IV tanks weer
rijklaar te maken. Ze werden beschilderd met Duitse
kentekens om verwarring te voorkomen.
Vele Britse militairen werden zonder pardon neer gemaaid
door de machinegeweren van deze Duitse tanks, waarna de
oprukkende Duitse infanterie de overlevenden
uitschakelden of gevangen namen.
Om 10.00 uur die ochtend, drie uur na het begin van de
aanval, was Villers-Bretonneux in Duitse handen. De A7V
tanks, gevolgd door de Duitse infanterie, hadden de
Britse linies over een breedte van 10 kilometer
doorbroken en dreigden ook het volledig platgeschoten
gehucht Cachy in te nemen.
|
Overzicht van het slagveld bij de
aanval op Villers-Bretonneux |
Het nieuws bereikte de Britse troepen die in het Bois
l’Abbe gelegerd waren. Zij kregen als opdracht de
tegenaanval in te zetten om tussen Cachy en
Villers-Bretonneux de Duitse doorbraak tot elke prijs
tot staan te brengen.
In de buurt van dit bos bevond zich een tankeenheid
bestaande uit drie Mark IV tanks onder leiding van
luitenant Frank Mitchell. Hij kreeg als opdracht de
Britse infanterie te ondersteunen bij hun tegenaanval op
de Duitsers die bedoeld was om de dreigende Duitse
doorbraak tot staan te brengen.
Mitchell vertrok met zijn tanks in de richting van Cachy,
een volkomen verwoest gehucht ten zuiden van
Villers-Bretonneux. Vlak voor het vertrek had een Duitse
gasaanval plaatsgevonden waardoor drie leden van zijn
eigen tank waren uitgeschakeld. De bezetting van
Mitchell’s tank bestond daardoor slechts uit vijf man in
plaats van de gebruikelijk acht.
Voor het
eerst een Britse tank tegenover een Duitse tank
Bij aankomst op het gevechtsterrein in de buurt van Cachy
verscheen plotseling op driehonderd meter afstand een
Duitse A7V tank in het zicht van Mitchell. Voor het
eerst in de geschiedenis stond een Britse tank tegenover
een Duitse tank die werd gevolgd door grote aantallen
Duitse infanterie. Achter deze Duitse aanvalsgolven
waren links en rechts nog twee van deze enorme Duitse
A7V tanks te zien.
[Opmerking: nader onderzoek wees uit dat de voorste
Duitse tank de A7V 529 was. De tank droeg de naam NIXE
II en de tankcommandant was luitenant Wilhelm Biltz.
Deze tank zou uiteindelijk verloren gaan bij Remis op 31
mei 1918. De tank werd later geborgen door de Amerikanen
en overgebracht naar het Amerikaanse Aberdeen Proving
Grounds Museum waar hij in 1942 tot schroot werd
verwerkt.]
Mitchell’s tank (type ‘male’ tank met twee kanonnen en
twee machinegeweren uitgerust) zigzagde naar de voorste
Duitse tank en vuurde een schot af dat de tank niet
raakte. Er volgde geen reactie van Duitse kant. Er werd
nog een schot afgevuurd zonder de tank te raken en
opnieuw volgde geen reactie.
|
Dit moet ongeveer het beeld zijn geweest van de
oprukkende
tankeenheid
bestaande uit drie Mark IV tanks onder leiding van
luitenant Frank Mitchell.
|
De tank van Mitchell werd daarna beschoten met de zware
mitrailleur van de Duitse tank waarbij geen
noemenswaardige schade werd aangericht. Mitchell trok
opnieuw op maar doordat overal granaattrechter waren
(‘we kept going up and down like a ship in a heavy sea’)
raakte ook het derde schot de Duitse tank niet.
De twee andere tanks van Mitchell’s eenheid (type
‘female’ uitgerust met vijf mitrailleurs) waren
inmiddels geraakt door Duits artillerievuur. Zij hadden
grote gaten in hun zijkanten en waren genoodzaakt zich
terug te trekken. Mitchell zag ook dat nabij gelegen
Britse infanteristen met grote belangstelling naar het
tankgevecht stonden te kijken. Hij kon zelfs op het
nippertje voorkomen dat hij een loopgraaf inreed waar
zich Britse infanteristen bevonden!
De Britse tank werd daarna opnieuw geraakt door een
mitrailleurvuur van de Duitse tank waarbij een van de
bemanningsleden werd uitgeschakeld doordat hij in beide
bovenbenen werd geraakt. Hij werd verbonden en op de
bodem van de tank gelegd.
Opmerking. De Duitse A7V tanks waren uitgerust met zware
mitrailleurs die schoten met armour piercing munitie (AP-munitie).
Dit is munitie (granaten) die in staat is het pantser
van pantservoertuigen te doordringen. De Duitsers hadden
deze zware munitie ontwikkeld als wapen tegen de Britse
tanks en daarvoor o.a. ook een groot kaliber uitvoering
ontwikkeld van het infanteriegeweer, met bijbehorende
AP-munitie.
De Britse tank vuurde nog een vierde schot af dat
terechtkwam voor de Duitse tank. Mitchell nam daarop het
risico de tank tot staan te brengen om beter te kunnen
richten. Het vijfde schot werd zorgvuldig gericht en
raakte de toren van de Duitse tank die daarop tot
stilstand kwam.
De
Duitse A7V tank uitgeschakeld
Daarop werd nog een schot afgevuurd en opnieuw werd de
tank geraakt. Daarna werd opnieuw zorgvuldig gericht en
weer was het schot raak! De Duitse tank helde sterk over naar
een zijde. ‘We had the monster knocked out’, zei
Mitchell daar over later.
Hij zag hoe een deur openging en de Duitse bemanning het
vege lijf probeerde te redden waarbij ze beschoten
werden door de mitrailleur van Mitchell’s tank.
Terzelfder tijd vuurde de boordschutter op de Duitse
infanteristen die in grote getale de Britse tank
naderden. Hierbij werden grote bressen in de Duitse
rangen geslagen.
|
De strijd tussen een Duitse tank
en een Engelse tank 'Nach einer Englischen
Darstellung'
weergegeven in Der Krieg 1914-19 in Wort und Bild. |
De twee overgebleven Duitse A7V tanks kwamen steeds
dichterbij. Als ze met hun tweeën het vuur zouden openen
op de tank van Mitchell zou dat het einde betekenen van
tank en bemanning. Mitchell liet een paar schoten op een
van hen afvuren om de afstand te bepalen. Hierop de
aarzelde de Duitse tank en trok zich daarna langzaam
terug, even later gevolgd door de tweede Duitse tank.
De tank van Mitchell bleef alleen achter op het slagveld
bij Cachy wat voor de Duitse artillerie reden was om het
vuur te openen op de tank. Mitchell trok zich vervolgens
terug, achtervolgd door een spoor van ontploffende
granaten.
Op datzelfde moment verscheen er een Duits vliegtuig
boven het slagveld dat een bom uitwierp die Mitchell’s
tank aan de voorkant raakte waardoor de tank hoog werd
opgetild en met een geweldige smak weer naar beneden
klapte en vervolgens weggleed in een granaattrechter.
|
Franse troepen, elders bij een
andere gevechtssituatie, bij een gekantelde Duitse
A7V tank. |
Tot overmaat van ramp sloeg ook nog de motor af waardoor
de tank een gemakkelijk doelwit werd voor de Duitse
artillerie. Maar met veel pijn en moeite kreeg de
chauffeur de motor weer aan de praat en kon de tank uit
de trechter klimmen om zijn weg vervolgen.
Op dat moment zag Mitchell dat de Duitse infanterie zich
opnieuw formeerde om in de aanval te gaan.
Tegelijkertijd verschenen er een compagnie van zeven
Britse Whippet tanks die waren gewaarschuwd door een
piloot van een verkenningsvliegtuig die twee bataljons
Duitse troepen had waargenomen.
De inzet
van Whippet tanks
Deze zeven Whippets, de nieuwe lichtste en snelste tanks
van dat moment, kwamen naast elkaar rijdend met 20 meter
tussenruimte, op hoge snelheid aanrijden over het licht
golvende land dat zich goed leende voor een tankaanval.
De Duitsers waren niet bedacht op deze snelle machines
en werden, opeengehoopt in hun aanvalsposities, volledig
verrast door deze aanval.
|
Voorbeeld van een Whippet tank
(officieel: Medium Tank Mark A)
Met dit type tank werd de Duitse infanterieaanval
tot staan gebracht.
Enige gegevens over de Whippet tank
(een ‘cavalry type tank’):
De afmetingen van de Whippet waren: lengte 610 cm.,
breedte 262 cm., hoogte 274 cm.
Het gewicht van de Whippet was bijna 14 ton. De tank
had pantserbeplating variërend
van 5 tot 14 mm dikte, een maximumsnelheid (op een
verharde ondergrond) van ongeveer
13 km/u. De actieradius was 120 km. De tank werd
aangedreven door twee viercilinder
Tylor benzinemotoren van 45 pk die ook in gebruik
waren bij de Londense dubbeldekkers.
De aandrijving door twee motoren maakte de Whippet
trouwens zeer lastig manoeuvreerbaar. |
Wat toen volgde was een ware massaslachting. De Whippets
reden al vurend uit hun mitrailleurs, in op de Duitse
troepen en vermorzelden alles wat op hun weg kwam.
Duitsers die dekking zochten in granaattrechters werden
geplet onder de rupsbanden als de Whippet tanks over hun
heenreden.
Aan de andere kant van het terrein gekomen keerden ze
weer terug, nogmaals alles verwoestend wat ze
tegenkwamen. Hun rupsbanden waren hierna letterlijk
‘covered in blood and human remains’. Naar Britse
telling vonden vierhonderd Duitsers hier de dood.
Mitchell zelf zei daarover: ‘Their work was soon over.
They had nipped an attack in the bud, but only three,
their tracks dripping with blood, came back out of the
seven; the other four were left burning out there in
front. Their crews could not hope to be made prisoners
after such slaughter’.
[Opmerking: Mitchell vergist zich hier: officiële
bronnen noemen een verlies van slechts één Whippet tank
bij deze aanval. Deze zou, naar wordt verteld, buiten
gevecht zou zijn gesteld door een Duitse A7V tank. Dat
zou dan het tweede tank-tegen-tank gevecht uit de
militaire geschiedenis zijn.]
|
Volgens Bryan Cooper (in Tank
Battles of World War 1) zou dit de Whippet
zijn die door een Duitse A7V tank vernietigd zou
zijn bij het
tweede tank tegen tankgevecht uit de geschiedenis.
Iemand meldde mij dat dit onjuist zou zijn: het
hierboven getoonde voertuig zou het eerste
gemechaniseerde artillerievoertuig uit de
geschiedenis zijn: de Gun Carrier Mark I. |
De terugtocht van luitenant Mitchell
Mitchell besloot daarop tot de terugtocht. Hierbij
ontmoette de tank nogmaals een Duitse A7V-tank. De
boordschutter aan het linkerkanon opende het vuur dat
beantwoord werd met een drietal schoten uit de Duitse
tank. Plotseling hoorden ze een vreselijke knal. Het
bleek dat een van rupsbanden was geraakt waardoor de
tank onbestuurbaar was geworden.
De Britse tank vuurde nog een paar salvo’s af in de
richting van Villers-Bretonneux waarna de tank werd
verlaten. Het gewonde bemanningslid werd teruggedragen
op de rug van een van zijn kameraden.
De bemanning van Mitchell’s tank slaagde erin te
ontkomen waarbij hevig op hen werd geschoten. Ongedeerd
wisten ze de Britse linies te bereiken. De
eerste-tank-tegen-tank veldslag uit de militaire
geschiedenis was hierbij ten einde gekomen.
Na het terugtocht van de Duitse tanks en de aanval van
de Whippet tanks waren de Duitsers zo gedemoraliseerd
dat de aanval op Cachy niet verder werd doorgezet.
Diezelfde avond en de daarop volgende dag (25 april
1918) werd het stadje Villers-Bretonneux na hevige
gevechten heroverd door Australische troepen van de 13e
en 15e Brigade, die de plaats daarna niet meer werd uit
handen gaven. De grote Duitse aanval op Arras en Amiens
was daarmee tot stilstand gebracht.
|
Vlakbij de plaats waar het tank
tegen tankgevecht plaatsvond staat dit monument |
Er zouden nog meer geallieerde aanvallen volgen waardoor
de Duitsers, die een steeds groter gebrek kregen aan
munitie, voedsel, uitrusting en manschappen, steeds
verder werden teruggedreven. Op 18 augustus 1918
lanceerden de geallieerden een beslissende slag bij
Amiens waarbij 700 tanks werden ingezet. Deze dag werd
door de Duitse opperbevelhebber Ludendorff een 'Zwarte
Dag' genoemd voor het Duitse Leger.
Literatuur
▬ Bryan Cooper - Tank battles of World War 1
▬ 14 -18 De Eerste Wereldoorlog
- diverse artikelen
▬ David
Fletcher - Tanks and Trenches
▬ Peter
Pederson -
Villers Bretonneux (Battleground Europe)
▬
F. Mitchell, M.C. -
When Tank Fought Tank (Website:
FirstWorldWar) |