terug naar Liedteksten


Vredespaniek

Bij een niet heel klein gedeelte
Van het vaderlandsch publiek
Heeft de stemming dezer dagen
Erg veel weg van een paniek.

Angstig spitsen zij de ooren,
Bij elk politiek geluid
Af zich vragend vol bezorgdheid:
Breek de vrede wellicht uit?

Jan kocht juist een mooi partijtje
Zeep of veters of katoen,
Dat hij met een oorlogswinstje
Graag weer van de hand wil doen.

Piet verhandelt schrijfmachines
Tegen hun gewicht aan goud,
En is doodsbang, dat hij daarvan
Onverkocht iets overhoudt.

Al wat speculeert en hamstert,
Kettinghandelaars incluis,
Vinden elke vredespoging
Eigenlijk totaal niet pluis.

Kreeg die fraaie rooversbende
Hier eens onbeperkt gezag,
Stellig woedde dan op aarde
Oorlog tot den jongsten dag.


Gedicht in 1918 gepubliceerd in de Haagsche Post. 
Overgenomen uit: A. van Hulzen - De wereld van eergisteren (1983)
Nadere bijzonderheden ontbreken.


terug naar Liedteksten