naar Engelse Kamp pagina

Het boek over het Engelse Kamp is verschenen.
Klik hier: Het Engelse Kamp - Groningen 1914-1918


Verveling grootste vijand van
de geïnterneerde Engelsen

Het Engelse Kamp in Groningen 1914 -1918 (deel 5)

Dit is het vijfde deel uit de serie over de geschiedenis van het Engelse Kamp in Groningen waar tijdens de Eerste Wereldoorlog 1500 Engelse militairen waren geïnterneerd. 

klik op de foto voor een vergroting
  Foto van het interieur van een manschappenbarak. 
In een dergelijke barak met een afmeting van 72 bij 17.50 meter leefden 
meer dan 500 mannen dicht op een gepakt.

De dagindeling van de geïnterneerden was strak geregeld: om 6.30 uur reveille, tot 7.30 uur was er tijd voor wassen, scheren en ontbijten. Het eerste appèl was om 8.45 uur. Hier werden de groepen aangewezen voor de dagelijkse ochtendmars en het corvee binnen het kamp. Het warme middagmaal werd om 12.30 uur genuttigd. 's Middag werd er vanaf 13.30 uur weer een groep corveeërs aan het werk gezet, terwijl de anderen zich mochten bezighouden met eigen werkzaamheden, studie of sport. Ook mochten regelmatig groepen van vierhonderd geïnterneerden 's middags naar een bioscoop in Groningen. Om 16.30 uur was er 'tea', waarna degenen die aan de beurt waren konden gaan 'passagieren' in Groningen. De rest moest zich binnen het Kamp vermaken. Om 22.00 uur was er avondappèl en moest iedereen binnen zijn. Op zondagen waren er geen verplichte marsen. Daarvoor in de plaats konden de Engelse matrozen de kerkdienst bijwonen. 

Al heel snel werd duidelijk dat verveling de grootste vijand was van de geïnterneerden. Er werden daarom cursussen opgezet in vreemde talen, navigatie, boekhouden en andere vakken. In het begin was daarvoor weinig belangstelling. Veel liever besteedde men tijd aan sport waarbij voetbal zeer populair was. Later nam de interesse toe, vooral toen er vanaf 1916 officiële examens konden worden afgelegd die werden afgenomen door speciaal uit Engeland overgekomen gecommitteerden. 

Er was tijd genoeg voor ontspanning: sport, lezen, cabaret en muziek. Men deed o.a. aan atletiek, voetbal, tennis en cricket om maar een paar sporten te noemen. Er werden onderlinge competities gespeeld, maar ook werd contact gezocht met stad Groninger clubs voor vriendschappelijke toernooien. Nauwelijks een week na aankomst in Groningen werd er al een wedstrijd gespeeld tussen de geïnterneerden en het Groningse GVV met als uitslag 5-0 voor de geïnterneerden. Op het terrein van het kamp werd begin 1915 een grote recreatiezaal gebouwd. Hier werden voorstellingen gegeven door de verschillende gezelschappen die het Engelse Kamp rijk was zoals de Timbertown Dramatic Society, de Timbertown Operatic Society en de Timbertown Follies. Dit laatste gezelschap gaf zelfs drukbezochte cabaretvoorstellingen buiten het Kamp in diverse steden in Nederland waarbij de opbrengsten altijd waren bestemd voor goede doelen. 

Omdat sport en ontspanning niet altijd voldoende waren om iedereen bezig te houden organiseerde men binnen het Kamp betaalde werkzaamheden. Zo was er een breiclub opgericht waar 50 mannen truien en sokken breidden voor de Engelse Marine. Verder konden geïnterneerden werken als timmerman, ziekenverpleger, schrijver, kok en dergelijke. Voor al deze bezigheden bestond grote belangstelling omdat deze werkzaamheden een extra beloning opleverden boven op de normale uitkering van f 0,10 per dag waarop de geïnterneerden wettelijk recht hadden en waarvan de uitbetaling eenmaal per 10 dagen plaatsvond. Dit bedrag kwam overeen met de soldij van een dienstplichtig militair in de laagste rang in het Nederlandse leger. Deze beloning voor de extra werkzaamheden varieerde van f 0,50 tot f 0,10 per dag. Meer dan 80 geïnterneerden beoefenden huisvlijt en maakten bijouteriedoosjes en fotolijstjes die in Engeland bij het bekende warenhuis Selfridges werden verkocht. Het batig saldo gebruikte men voor de aanschaf van noodzakelijke aankopen voor sport en spel. (voor voorbeeld klik hier)

Vanaf april 1915 bestond de mogelijkheid om vrijwillig buiten het kamp te gaan werken. Meer dan 60 Engelsen werkten als mijnwerker te Heerlen; een groep van 50 man werkte bij Scheepswerf E.J. Smit in Westerbroek. Ook waren er Engelsen aan het werk bij o.a. Brons Motorenfabriek en de Nederlandsche Maatschappij tot vlasbewerking te Appingedam, de NV Noord Nederlandsche Machinefabriek te Winschoten en de Veendammer Machinefabriek. Ook zijn er Engelsen ingezet bij oogstwerkzaamheden in o.a. Ulrum en Hornhuizen en in de veenkoloniën. In de stad Groningen zijn Engelse geïnterneerden werkzaam geweest in verschillende kleinere zaken als Riemenfabriek De Bruin & Berends en de firma Bebingh in Groningen. (Misschien is er iemand onder de lezers die hierover nog iets kan vertellen? - MW). 

Voor de betaling van de tewerkgestelde geïnterneerden was een bijzondere regeling bedacht; een soort voorloper van het huidige spaarloon. Het grootste deel van het verdiende geld werd op een spaarrekeningfonds gestort met de bedoeling dat deze spaarpot aan het einde van de internering aan de geïnterneerde zou worden uitgekeerd. Na de oorlog bleek dit fonds een grote administratieve rommelpot. Het gevolg was dat oud-geïnterneerden soms jarenlang moesten wachten op hun geld. Het kwam voor dat sommigen teveel kregen en anderen te weinig. Geld werd slechts uitgekeerd als ze een document ondertekenden waarin ze verklaarden af te zien van verder aanspraken. 

Volgende aflevering: 

Engelsen waren populair bij de vrouwen

  naar Engelse Kamp pagina