naar Engelse Kamp pagina

Het boek over het Engelse Kamp is verschenen.
Klik hier: Het Engelse Kamp - Groningen 1914-1918


Engelsen waren populair 
bij de vrouwen

Het Engelse Kamp in Groningen 1914 -1918 (deel 6)

Dit is het zesde deel uit de serie over de geschiedenis van het Engelse Kamp in Groningen waar tijdens de Eerste Wereldoorlog 1500 Engelse militairen waren geïnterneerd. 

klik op de foto voor een vergroting
  Foto van een aantal leden van de breiclub in het engelse Kamp. 
Zij breiden (tegen betaling) o.a. sokken en truien voor de Engelse Navy. 

De bevolking van Groningen stond sympathiek tegenover de geïnterneerden uit het Engelse Kamp. Eigenlijk begreep men niet goed waarom deze mannen niet naar huis mochten terugkeren. Al vanaf het beginperiode werden er regelmatig Engelsen door Groningers uitgenodigd om eens langs te komen voor een praatje of om te eten. De gelegenheid om met de Engelsen in contact te komen werd vooral geboden op de zondag; dan was namelijk het Kamp van 14.00 tot 16.00 toegankelijk voor het Groninger publiek. Het was een in die tijd zeer gewild uitstapje voor het hele gezin. Hier werden dan ook contacten gelegd met meisjes uit Groningen die zeer gecharmeerd bleken van deze Engelse 'oorlogshelden'. Het duurde maar even of de eerste verkeringen werden gemeld. Sommigen liepen daarbij erg hard van stapel en John Henry Bentham (zie vorige afleveringen) meldt in zijn dagboek dat '...al na enkele maanden verscheidene van onze mannen met Nederlandse meisjes waren getrouwd. Iedereen die dat deed, kreeg toestemming om één of twee keer per week bij zijn vrouw te slapen, maar daarbij moest dan een wachtpost in hetzelfde huis verblijven, wat de romance uiteraard behoorlijk verstoorde...' De Engelse jongens waren zelfs zo populair dat jaloerse leeftijdgenoten uit Groningen spraken over de 'Engelse koorts' waarmee de meisjes besmet zouden zijn. 

De Groningse bevolking had over het algemeen wel een goede indruk van de Engelse geïnterneerden. Ze werden omschreven als 'keurig netjes' en als 'door een ringetje te halen'. Dit sloeg wellicht meer op hun uiterlijk dan op hun gedrag, want als de meisjes de stad ingingen werden ze veelal gewaarschuwd niet met de Engelsen om te gaan. Desondanks werden er nogal wat buitenechtelijke kinderen verwekt wat in die tijd toch met grote afkeuring werd beschouwd. Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die, bijna 85 jaar later, nog graag iets willen weten over deze Engelse grootvader die vaak alleen maar bij naam bekend is. Sommige vrouwen trokken zich trouwens weinig aan van het gedoe rond het verwachte kind. Zo gaat het verhaal dat de moeder van zo'n zwanger meisje dat helmaal niet erg vond. Het was alleen maar vervelend zo liet ze weten 'dat het kind later Engels zou spreken'. 

Als de Engelsen gingen 'passagieren' werden de Groninger cafés druk bezocht. Daarbij werd er wel eens te diep in het glas gekeken en er ontstond ook wel eens een vechtpartij met inwoners van Groningen waar dan de politie aan te pas moest komen. Bentham meldt in zijn dagboek met een zeker genoegen: '...Op een dag kwam in een café ook een groep Duitse zeelui binnen en bij de vechtpartij die toen ontstond werden de bierpompen als slagwapens gebruikt. Het gevecht eindigde toen de politie de kroeg binnenviel en de mannen terugbracht naar het kamp waar ze werden opgesloten...' Hij vertelt er niet bij wie gewonnen heeft. Ook in die tijd al was de omgeving van het Zuiderdiep het centrum van plezier in Groningen en daarom een geliefde plaats voor de uitgaande Engelsen. Deze dienstverlenende sector moet in die tijd een bloeiperiode hebben gekend.

Ook op cultureel gebied waren er veel contacten met de Groninger burgerij. Regelmatig verzorgden Groningse zangkoren optredens in het interneringskamp. Vele Groningse vrouwen werkten mee aan de culturele avonden in de recreatiezaal van het Kamp. Zij waren medeacteurs in opvoeringen van de Opera Society, de Comedy Society en Dramatic Society die soms ook optraden in de Harmonie en de Stadsschouwburg. Vanwege taalproblemen bleef het contact voor het grootste gedeelte van de inwoners van Groningen echter beperkt tot het zien marcheren van de Engelsen tijdens hun ochtendmars waarbij het begeleidende muziekkorps op sommigen (zoals mijn bijna 90-jarige tante Sandra) een onvergetelijke indruk heeft achtergelaten. 

Er waren trouwens enige middenstandszaken in Groningen, waaronder kledingzaak Jonkhoff, die klachten hadden over een aantal Engelse officieren omdat zij hun betalingsverplichtingen niet nakwamen. Zij riepen ten einde raad de hulp in van de Minister van Oorlog om deze schulden te innen. Nadat deze de Engelse regering had geraadpleegd kon hij de betreffende middenstanders mededelen dat Commodore Wilfred Henderson gemachtigd was de rekeningen te betalen. De bedragen werden daarna op de traktementen van deze officieren ingehouden.

Volgende aflevering: 

Geïnterneerden speelden voetbal op hoog niveau

   naar Engelse Kamp pagina