terug naar Soldatenverzen

"In 1915 werd de auteur-componist Dirk Witte van onzedelijkheid beschuldigd omdat hij voor soldaten het onderstaande liedje 'De peren' had geschreven over de attractieve marketentster Jopie, die in de kantine haar peren aan de man trachtte te brengen.

Als reactie schreef een verontwaardigde kolonel in het blad De Nederlander van 3 mei 1915: 'Ik kan niet begrijpen hoe het mogelijk is dat men meent door deze soldatenliedjes van Dirk Witte onze militairen op te bouwen, en hoe er één chef gevonden zal worden die het met de zedelijke opvoeding van de soldaat nauw neemt, die zal goedkeuren dat dergelijke liederen tot opbouwing en ontspanning der militairen worden voorgedragen. Als men verneemt dat de inhoud van De peren vermeldt dat een meisje, Jopie geheten, zich geeft aan luitenants, sergeanten, ziekendragers enzovoort, en na het vertrek van het bataljon met de gebakken peren blijft zitten, dan walgt elk mens die het wel meent met de zedelijke opvoeding van het mensdom, van dergelijke ontboezemingen!' Kenmerkend voor die tijd is ook een ketting van ingezonden stukken in Het Volk, nadat Pisuisse dit liedje op de Eén mei-bijeenkomst had gezongen.

Een lezeres schreef: 'Ik ben overtuigd dat velen het met mij eens zijn dat het liedje van Jopie nu juist niet op de mei-dag gezongen had moeten worden, op die dag waarop het ideaal dat de arbeidersklasse van de toekomst verwacht, meer dan andere dagen haar bezielt en opheft... Hier wordt de lachlust opgewekt omdat een vrouw, door de mannen als gebruiksvoorwerp beschouwd, tenslotte blijft zitten "met de gebakken peren van het hele regiment". Laten wij op onze mooie feesten niet meer deze burgerlijke wanklanken doen horen; laten de vrouwen waar zij kunnen altijd en overal hiertegen opkomen.'

Het Federatiebestuur antwoordde: 'Censuur is in onze kringen niet bepaald populair en artistieke censuur lijkt ons dubbel ongeoorloofd. Men moet de kunstenaar zijn vrijheid gunnen, in het vertrouwen op zijn goede smaak en zijn inzicht. Is Pisuisse daarin te kort geschoten?' 

Een lezer schreef: 'Speenhoff en Pisuisse komen met een beter soort humor dan waaraan wij gewend waren door de komiekelingen die de tingeltangeltheaters en, godbetert, dikwijls onze bijeenkomsten onveilig maakten. Pisuisse, stoor je niet aan het puriteins afschuwgebaar van een kwaker uit onze rijen!'

Antwoord van deze lezeres: 'Als er brood voor ieder kind was, dan zou dit liedje geen vrolijkheid wekken, want dan werd een ongehuwde moeder niet verstoten en waren de gevolgen voor de Jopies niet ernstig. Nu is de lach dus onecht.'

Een halve eeuw na deze discussies liet de Pisuisse-discipel Paul Collin de omstreden Jopie herleven in Theater Tingel-Tangel; dat het publiek ook toen nog lachte kunnen wij alleen maar als compliment zien voor Dirk Witte, maar door de KRO-radio werd zijn liedje nog verboden ... in 1964!"

Bron: Wim Ibo - En nu de moraal 
(Geschiedenis van het Nederlandse cabaret 1895-1936)


De peren 

Aan Luitenant S., den jovialen Kompieskommandant

Als 't bataljon ging uit marcheeren,
Marcheerde Jopie mee,
Ze droeg een mandje vol met peren,
Ze droeg er soms wel twee.
Zoodra de jongens rusten mochten,
Was Jopie al present,
En al de landweermannen kochten
Een peertje voor een cent.
Ze sleet ze aan het luitenantje,
En aan den korporaal,
Den ziekendrager, het sergeantje,
Ze kochten allemaal!
Ze bleef maar altijd mee marcheeren,
Al brandde ook de zon,
En Jopie die verkocht maar peren
Aan het heele bataljon.

De jongens mochten Jopie lijcn,
Want Jopie mocht er zijn,
De meesten vroegen tusschen beien:
"Zeg Jopie, ga met mijn!"
En Jopie liet zich gauw bepraten,-
Ze had een week gemoed-
En vaak kwam een van de soldaten
Haar 's avonds tegemoet.
Dan liep ze met het luitenantje,
Dan met den korporaal,
Den ziekendrager, het sergeantje,-
Ze liep met allemaal!
Ze mochten allen concurreeren
En niemand die het won,
Want ze sleet haar liefde als haar peren
Aan het heele bataljon.

Maar toen vertrokken de soldaten,
En Jopie had verdriet,
Met één had zij nog iets te praten
Maar wie... dat wist ze niet.
Ze zag de toekomst donker dreigen....
Daar floot, daar ging de trein,
Ze overlegde bij d'r eigen,
Wie of het toch kon zijn.
Ze dacht eens aan het luitenantje,
Den knappen korporaal?
Den ziekendrager? het sergeantje-
Ze dacht aan allemaal!
Ze stond nog lang te prakkizeeren
Aan 't einde van 't perron,
Maar ze zat met de gebakken peren
Van het heele bataljon.

Dirk Witte


terug naar Soldatenverzen