naar archief - naar homepage


Smokes for soldiers
Het tabaksgebruik in en rond de Eerste Wereldoorlog


In de Franse uitdrukking ‘pas de tabac, pas de soldat’ schuilt, historisch gezien, veel waarheid. De soldaten verspreidden het tabaksgebruik tijdens de veldtochten over heel Europa, namen her en der nieuwe rookgewoontes over en zorgden er voor dat ze behoorlijk bevoorraad werden in tabakswaar. 

De groten der aarde wisten dit maar al te goed. Toch is er een hele afstand afgelegd tussen Napoleon en zijn grognards met de eeuwige pijp, de chipparde, in de mond en de rokende militairen in het begin van de 20ste eeuw. 

Terwijl in Frankrijk, in het begin van de 20ste eeuw, in de kazernes de tabaksrantsoenen voor de militairen strikt werden vastgelegd, redetwistte men in de Amerikaanse militaire academies, zoals Westpoint, nog over het al of niet toelaten van tabak. 

Via de algemene dienstplicht evolueerden de legers en groeide de soldatenpopulatie sterk. Tussen de oude pijprokende beroepssoldaat en de jonge rekruut, die een gelegenheidsroker werd, schuilt ook wel enig verschil in visie en gewoontes. 

Touwens, de tabak paste zich in het eerst decennia van de 20ste eeuw aan: het werd trendy om in het openbaar met een sigaretje rond te lopen en te gesticuleren, want, toen ook al, speelde het gezien worden een belangrijke rol. De zogenaamde Egyptische sigaret, een luxeproduct, trad daarbij op de voorgrond. 

In de Verenigde Staten werd toen ook voor het eerst het verband gelegd tussen tabak en reclame waarbij het merk Camel, in 1913, het voortouw nam. Maar niet iedereen was opgetogen over de opkomst van de sigaret en dit niet alleen om gezondheidsredenen.  Zo preekte de populaire Amerikaanse evangelist William ‘Billy’ Sunday nog in 1915 : ‘There is nothing manly about smoking cigarettes. For God’s sake, if you must smoke, get a pipe’. Bij ons in Vlaanderen, aan de vooravond van de oorlog, was pijproken bijna de enige manier van tabaksroken.
 
Bemanning van een batterij houwitsers te Thiepval (september 1918)

De vraag kan gesteld worden welke invloed de Eerste Wereldoorlog had op het tabaksgebruik. Kan de bewering van de Britse historicus Matthew Hilton wel beantwoord worden: ‘Cigarettes helped to win the war for the nation and two World Wars made Britain a nation of smokers’? Sleutels aanreiken bij het zoeken van een afdoend antwoord op deze vraag is de bedoeling van de tentoonstelling in het museum. Effectief een antwoord geven is, bij de huidige staat van het historisch onderzoek, nog altijd niet volledig mogelijk. 

Zelfs kwantitatief gezien is het moeilijk om antwoorden te formuleren. Wanneer we bijvoorbeeld het sigarettenverbruik in de Verenigde Staten bekijken, dan zien we dat het verbruik voor de periode 1914-1918 evenredig gestegen is in vergelijking met de jaren 1900-1910, maar dat we geen extra grote groei hebben gekend tijdens de oorlog. We zouden misschien zelfs moeten zeggen dat de oorlog er voor heeft gezorgd dat het verbruik van sigaretten evenredig bleef stijgen in vergelijking met de vooroorlogse jaren. 

Maar kwantitatieve gegevens zeggen niet alles. Men kan de vraag stellen of tijdens het conflict de rookgewoontes gewijzigd zijn in een overgang van pijp naar sigaret, of het al of niet blijven zweren bij bepaalde merken of niet, of dat er veranderingen zijn opgetreden in rookgewoontes bij het thuisfront of bij de vrouwelijke populatie... 

En hoe heeft de tabaksverwerkende industrie gereageerd op de oorlog: hebben ze strategieën ontwikkeld om hun product verder te kunnen promoten en verkopen? En hoe was het gesteld met de tabaksteelt in de bezette gebieden en hoe werd de import van tabak mogelijk gemaakt? Het zijn vragen die we ons misschien niet altijd stellen bij het beschrijven van de Grote oorlog. 

Over het tabaksgebruik in de legers zelf zijn we wel goed ingelicht. Dagboeken en brieven van soldaten geven een goed gedocumenteerd beeld van wat tabak betekende voor menig militair. Toch worden we soms verrast door uitspraken van militaire zijde. Zo schreef generaal John J. Pershing in 1918 aan de Amerikaanse minister van Oorlog: ‘You ask what we need to win this war. I will tell you, we need tobacco, more tobacco - even more than food’. 

Of door de notitie van de commissaris voor het Amerikaanse Rode Kruis in Frankrijk: ‘A cigarette may make the difference between a hero and a shirker'. Ook de veel verspreidde poster ‘I need smokes more than any thing else’ van de Franco Tobacco Fund is hierbij veelbetekenend.

Toch betekende de Eerste Wereldoorlog de doorbraak van de Tommy, de Engelse Jan Modaal, als roker: een gewone jongen die rookte. Ook verdwenen de traditionele verpakkingen waarbij groten der aarde werden afgebeeld als roker. Nu was, via de rokende soldaat, de gewone man op het voorgrond getreden en een roker geworden. 

Ook bij ons werd, kort na de oorlog, via de tabaksverpakking en tabaksreclame de gewone jongen, de poilu, aangeprezen en afgebeeld als een roker. Hierdoor werd de relatie tussen merk, tabaksverpakking en roker beter gecoördineerd. Dit wilde echter niet zeggen dat de tabaksindustrie zich volop stortte op het patriottisme en de koningen en opperbevelhebbers hun naam en afbeelding niet meer vereeuwigd zagen op de tabaksreclame.

‘A shared smoke was a way of connecting in a disconnected world’. De Amerikaanse leiders wilden van de oorlog een strijd maken voor de ontwikkeling van de democratie op wereldvlak. Hun leger moest dan ook geloofwaardig overkomen en dit kon enkel door een bedaard, nuchter en zuiver Amerikaans leger te sturen naar het front. ‘Bad liquor and worse women’ moesten vermeden worden, maar het roken van tabak kon of moest wel worden toegestaan. Dat hierdoor de in Amerika zeer sterk op de voorgrond tredende anti-tabak-liga moest inbinden was op dat moment geen probleem. De slogan ‘Smokes for soldiers’ heeft, inderdaad, diverse betekenissen...

•Bovenstaande tekst is ontleend aan de brochure bij de tentoonstelling 'Smokes for soldiers - Het tabaksgebruik in en rond de Eerste Wereldoorlog' die in 2006 werd gehouden in het Belgisch Nationaal Tabaksmuseum te Wervik.


  naar archief - naar homepage