naar archief - naar homepage


Commotie na vondst gesneuvelde Britse soldaat

'We hebben hem puur per toeval gevonden'

92 jaar na zijn dood heeft een groepje amateur-archeologen in Ploegsteert het lichaam gevonden van de gesneuvelde Brit Richard Lancaster en twee van zijn medesoldaten. ,,Eigenlijk mag men niet zo vlug zijn identiteit bekend maken'', reageert kenner Aureel Sercu. ,,Ze kunnen ons niets verwijten'', zegt Emmanuel Bril, woordvoerder van de eerlijke vinders. ,,Als ze dat wel doen, is het uit pure jaloezie.'' 

Elk voorjaar speuren amateur-archeologen de vers geploegde landbouwgronden rond Ieper af, op zoek naar achtergebleven souvenirs uit de Eerste Wereldoorlog. Heel af en toe stoten ze daarbij nog op stoffelijke overschotten van gesneuvelde soldaten. Dat overkwam deze week Philippe Roelens en Fréderic Seynaeve in het Ploegsteertbos in de Westhoek. 

,,Het was puur toeval'', vertelt hun vriend en collega-speurder Emmanuel Bril. ,,Wij zoeken nooit specifiek naar overblijfselen of lijken van oorlogssoldaten. Maar toen Patrick beenderen vond, heeft hij getelefoneerd naar een professor van de Gentse universiteit. Daarna kreeg hij toestemming van de universiteit van Bergen om verder te zoeken.'' 

Het ploegje speurders vond drie stoffelijke overschotten. Op de mouw van één van hen hing een ijzeren identificatieplaatje, met daarop het rangnummer 8327 en de initialen LF, die verwijzen naar het Tweede Bataljon Lancashire Fusiliers. ,,Het plaatje was in heel slechte staat'', aldus Bril. ,,Maar we hebben het netjes gemaakt en ontdekten dat het toebehoorde aan Richard Lancaster.'' 

Lancaster is een Britse soldaat, geboren in 1883 in Blackburn. Hij was een van de eersten die sneuvelde in de eerste slag om Ieper. ,,Hij behoorde tot hetzelfde bataljon als Harry Wilkinson, die vier jaar geleden is gevonden'', vertelt Bril. ,,Van die groep zijn vier vermisten bekend, maar wij durven niet zeggen of die andere twee stoffelijke overschotten toebehoren aan die andere twee vermisten.'' 

Weerlegd door dna-test
Dat het stoffelijke overschot zo snel geïdentificeerd kon worden, is erg opmerkelijk. De metalen identificatieplaatjes werden pas volop gebruikt vanaf 1916. De meeste soldaten die sneuvelden in de streek rond Ieper, droegen kartonnen kentekens die door de jaren heen helemaal zijn weggerot. 

,,Er is al wat commotie rond deze zaak'', vertelt Aureel Sercu, vroeger woordvoerder van de Diggers , een groep amateur-archeologen die ooit ten onrechte door de Britse tv-zender ITV als lijkenpikkers werden voorgesteld. ,,Eigenlijk mag men niet zo vlug de identiteit van de soldaat vrijgeven. Dat is werk voor het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Commonwealth Commisie voor Oorlogsgraven.'' 

Nu moesten de familieleden van Lancaster het nieuws gisteren via de Britse kranten vernemen. ,,Maar als amateur-archeoloog ben je zo opgewonden dat je bijna instinctief op zoek gaat naar nabestaanden'', aldus Sercu. ,,Ik heb dat ook ooit eens gedaan. Ik stond al in contact met de zoon en ik was er 99,9 procent zeker van dat ik gelijk had, tot een dna-test me tegensprak.'' 

De amateur-archeologen die deze week de drie lijken vonden, benadrukken dat ze alles volgens de regels deden. ,,Wie het tegendeel beweert, doet dat uit pure jaloezie'', zegt Emmanuel Bril. ,,Wij zijn volledig volgens de regels van het vak te werk gegaan. Te voet dus, zoals het hoort. De politie kan dat bevestigen.'' 

André Grosemans en Brecht Decaestecker

(Bron: Het Nieuwsblad - 16 april 2006)

  naar archief - naar homepage