Inleiding
Op 9 mei 2007
onthulde koningin Beatrix een monument voor alle
slachtoffers van chemische wapens. Dit bijzondere monument
werd onthuld ter gelegenheid van het feit dat het
internationale Chemisch Wapenverdrag tien jaar van
kracht is en de ‘Organisation for the Prohibition of
Chemical Weapons’ (OPCW) tien jaar bestaat. Deze
organisatie, die de naleving van het Chemisch
Wapenverdrag moet controleren, heeft zijn hoofdkwartier
aan de Johan de Wittlaan 32 in Den Haag.1]
De Directeur-generaal van het Technische Secretariaat
van de OPCW, de heer Rogelio Pfirter, herinnerde in zijn
toespraak bij de onthulling uiteraard aan de vele
slachtoffers van chemische wapens. Die wapens zijn onder
meer ingezet bij het Belgische Ieper tijdens de Eerste
Wereldoorlog, tegen de Koerden in Irak onder Saddam
Hussein2]
en tegen forenzen in de metro
van Tokio in 1995.
Dit laatste feit, met een tiental dodelijke
slachtoffers, staat natuurlijk in geen verhouding tot
het gebeuren op 22 april 1915 bij Ieper of andere
fronten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Gezien de banden
die de OPCW heeft met de stad Ieper, was de burgemeester
van die stad aanwezig bij de onthulling van het
monument. De Nederlandse regering heeft het kunstwerk
cadeau gegeven aan de OPCW en de gemeente Den Haag zal
het onderhoud verzorgen.
In de loop van de Eerste Wereldoorlog hebben de meeste
soldaten aan het front wel eens aanvallen met chemische
wapens - toen veelal aangeduid als gas – meegemaakt. Het
aantal gasslachtoffers tijdens deze grote oorlog wordt
tussen de 0,5 en 1 miljoen geschat, waarvan ongeveer 90
duizend doden.
In geen ander militair conflict dan de Eerste
Wereldoorlog werden chemische wapens op een dergelijk
grote schaal toegepast. Het monument bij het OPCW-gebouw
zou dan ook een monument voor de veteranen uit de Eerste
Wereldoorlog moeten zijn, al zijn er weinig van hen nog
meer in leven. Verder lijkt de kans klein dat de enkele
nog levende veteranen het monument daadwerkelijk zullen
zien en mogelijk zullen ze de relatie met de gasoorlog
niet begrijpen.
Oorlog en kunst vormen nu eenmaal een moeilijke
combinatie. Hoe moeilijk het is om door middel van een
monument slachtoffers van een oorlog te gedenken wordt
nog eens duidelijk uit de doeken gedaan door Bas
Kromhout in een artikel over Nederlandse
oorlogsmonumenten voor de gevallenen uit de Tweede
Wereldoorlog.3]
Het bekende Rotterdamse monument ‘De verwoeste stad’,
vervaardigd door de vermaarde beeldend kunstenaar Ossip
Zadkine, is zowel een realistische als een symbolische
uitbeelding van het bombardement op Rotterdam in mei
1940. Het beeld van een man – een stad – zonder hart,
maar toch spreken Rotterdammers wel eens spottend van
‘Jan Gat’.
De vraag is op welke manier men met een kunstwerk
slachtoffers van wapens kan herdenken en dan vooral die
van een zo afschuwwekkend wapen als het chemisch wapen?
Moet men dat op symbolische of op realistische wijze
doen? En hoe werd dat vroeger na de Eerste Wereldoorlog
gedaan, toen de tijd tussen het gebruik van het gaswapen
en het herdenken van de slachtoffers daarvan nog zoveel
korter was? We moeten daarvoor terug naar het begin van
de gasoorlog, naar Ieper.
Het monument te
Steenstrate bij Ieper uit 1929
Aan het einde van de middag op 22 april 1915 werd door
Duitse troepen ongeveer 150 ton chloorgas losgelaten op
de Franse tegenstander aan de noordkant van de
zogenoemde Ieperboog tussen Steenstrate en Langemark.
Dit vormde het begin van de chemische oorlogvoering
tijdens de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van die
oorlog een dergelijk grote omvang kreeg dat in 1918
ongeveer 25 procent van alle afgeschoten munitie een
chemische lading had.
In 1929 werd door de Franse veteranen van het 418de
infanterieregiment bij Steenstrate een monument
opgericht ter herdenking van deze eerste grootschalige
gasaanval met chloorgas. Het monument was vervaardigd
door de Franse kunstenaar Maxime Real del Sarte en
beeldde op realistische wijze een soldaat uit met de
handen om zijn nek strijdend voor een laatste teugje
lucht. Twee al gestikte soldaten liggen aan zijn voeten.
De tekst die onder het monument stond gaf weer dat op de
22 april 1915 troepen van de Franse 45ste divisie en de
87ste territoriale divisie vergiftigd waren door
gaswolken en dat er sinds dat gebeuren nog altijd
slachtoffers vielen van dit door de Duitsers voor het
eerst toegepaste afschuwelijke wapen.
|
Het monument te
Steenstrate uit 1929
dat in mei 1941 opgeblazen werd. |
Dit monument was duidelijk een doorn in het oog van de
Duitsers en tijdens de Tweede Wereldoorlog bliezen ze
het in mei 1941 dan ook op. Hetgeen wel iets zegt over
de realistische zeggingskracht van het gedenkteken, waar
nu nog slechts foto’s van bestaan.4]
Na de Tweede Wereldoorlog werd op dezelfde plaats een
vijftien meter hoog aluminiumkruis opgericht dat in 1961
werd onthuld ten teken van de Frans-Belgisch-Duitse
verzoening. Geen beschuldigende vinger meer naar de
Duitsers, maar aan de voet van het monument een tekst
die oproept tot vrede en verzoening in de wereld. Bij
herdenkingen van de gebeurtenissen in april 1915 kunnen
dan ook zonder problemen Duitse militairen aanwezig
zijn.5]
De realistische afbeelding is vervangen door een
symbolische en wel door een algemeen bekend christelijk
religieus symbool. Ironisch is wel dat een van de twee
Franse divisies, die op 22 april 1915 de volle klap van
de gasaanval kregen, de 45ste Algerijnse Divisie was. Of
zij zich konden scharen onder het kruis is de vraag.
|
Herdenking bij het Verzoeningskruis te Steenstrate |
In de buurt van Steenstrate staan nog andere bekende
monumenten ter nagedachtenis van de gasaanvallen zoals
het ‘Carrefour des Roses’ bij Boezinge, met een
Bretoense calvaire en een dolmen, voor de soldaten van
de 87ste Franse territoriale divisie, de andere Franse
divisie in het centrum van de gasaanval op 22 april
1915.6]
En in Langemark staat ‘The Brooding Soldier’, het
monument voor de 1ste Canadese divisie die op 24 april
1915 werd aangevallen tijdens de tweede grote gasaanval
door de Duitsers.7]
Op beide monumenten herinnert slechts een neutrale tekst
aan de gasaanvallen.
Het OPCW-monument
in Den Haag8]
|
Belangstellenden lezen de tekst
van het nieuwe OPCW monument in Den Haag |
Het OPCW-monument voor de slachtoffers van chemische
wapens is geplaatst op de Catsheuvel aan de achterzijde
van het OPCW-gebouw bij het hek rond de tuin. Het
monument is gemaakt naar een concept van beeldend
kunstenaar Voebe de Gruyter9]]
en bestaat uit drie bomen:
1. Een levende boom - een esdoorn - van acht meter hoog
die als elke boom groeit door de opname van kooldioxide
uit de lucht en zuurstof afgeeft.
2. Een zonnecelboom die licht absorbeert en energie
geeft aan een webcam waarmee de levende boom via
internet overal te zien is.
3. Een virtuele boom, via de website
www.thismeldingtree.org die dag en nacht het monument
zichtbaar maakt en groeit door de sporen van bezoekers.
In de bestrating voor de boom is een tekst aangebracht
in de zes talen van de OPCW - Engels, Arabisch,
Russisch, Spaans, Frans, Chinees - en ook in het
Nederlands. In het Nederlands luidt de tekst: ‘Deze
samenstellende boom bevindt zich in vaste toestand,
onder het vriespunt. Door lichtdeeltjes uit jouw blik
kan hij ontdooien, er deels mee versmelten’.
De plek moet troost bieden aan iedereen die begaan is
met de slachtoffers van chemische wapens en staat voor
hoop en vrede. Denkend aan het monument bij Steenstrate
zal de burgemeester van Ieper dit niet onbekend zijn
voorgekomen.
Niet alleen oorlog en kunst vormen een moeilijke
combinatie, ook kunst en natuurwetenschap vormen geen
vanzelf sprekende combinatie. In een beschrijving van de
kunstenares is het voornaamste element ‘lichtfotonen’,
deeltjes licht die weerkaatst worden door iemands
blikken en geabsorbeerd worden door de zonnepanelen.
Er is duidelijk een relatie tussen het monument en de
natuurwetenschap, maar het verband is eerder fysisch dan
chemisch. Hoewel het groeien van een boom, waarbij
kooldioxide en water worden omgezet in koolhydraten en
zuurstof, wel degelijk een chemisch proces is. Maar de
boom en de zonnepanelen zouden ook een symbool kunnen
zijn om het opwarmen van de aarde door de verhoging van
het kooldioxide gehalte tegen te gaan en/of een pleidooi
voor zonne-energie.
Volgens de Directeur-generaal Rogelio Pfirter,
symboliseert het monument het gebruik van de wetenschap
ten dienste van mens en natuur in plaats van tegen hen.
Tevens staat de levende boom voor ‘onze toewijding aan
de bescherming van het milieu’. Een directe relatie met
de slachtoffers van chemische wapens ontbreekt en men
moet weten dat men bij het OPCW-gebouw staat of eerst de
steen in de bestrating lezen, waarop staat waarom het
monument geplaatst werd, om dat verband te kunnen
leggen.
Chemische wapens laten zich nu eenmaal moeilijk
verbeelden in kunstwerken en leiden al gauw tot het
stereotype beeld van een wolk. Ook het concept van de
zwaarden omsmeden tot ploegscharen, zoals dat op
realistische en symbolische wijze is verwerkt in het
beeld van de Rus Evgeny Yuchetich voor het gebouw van de
Verenigde Naties in New York, is moeilijk te gebruiken
voor het gaswapen.
Mogelijk is daarom voor het
OPCW-monument voor een andere symboliek gekozen.
Monumenten hoeven niet per se realistisch te zijn om
toch betekenis te krijgen en ook een symbolisch monument
kan aan betekenis groeien.
Bezoekers van over de hele wereld kunnen via internet
het monument virtueel bezoeken en aldus de slachtoffers
van chemische wapens gedenken. Universaliteit is een
belangrijk streven van de OPCW om het chemisch wapen
overal de wereld uit te helpen. Dat dit nog altijd niet
het geval is bewijzen recente aanvallen met chloor in
Irak, iets waar de Directeur-generaal Rogelio Pfirter
zijn bezorgdheid over heeft geuit.10]
Hetzelfde chloor waar in april 1915 de chemische
oorlogvoering mee is begonnen. Daarom worden lezers van
dit artikel aangemoedigd het monument te bezoeken via de
website www.thismeldingtree.org. Het Engelse woord
‘melding’11]
heeft daarbij in het Nederlands
nog een onbedoelde betekenis: U meldt zich aan als
herdenker voor de slachtoffers van chemische wapens,
waarvan er tijdens de Eerste Wereldoorlog zo velen
waren.
Noten
[1]
Zie
www.opcw.org voor meer informatie over het Chemisch
Wapenverdrag en de OPCW. Zie ook Eric R.J. Wils, Het
Chemisch Wapenverdrag en de Eerste Wereldoorlog,
www.wereldoorlog1418.nl/gasoorlog/wapenverdrag.html
en
www.ssew.nl.
[2]
Door een samenloop van omstandigheden werd op de dag van
de onthulling van het OPCW-monument de Nederlandse
zakenman Frans van Anraat in hoger beroep tot 17 jaar
gevangenisstraf veroordeeld wegens het leveren van
grondstoffen voor chemische wapens aan Irak onder Saddam
Hussein. Het Haagse gerechtshof oordeelde hem schuldig
wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven.
[3]
Bas Kromhout, De gevallenen zouden zich omdraaien in hun
graf, Oorlogsmonumenten in Nederland, Historisch
Nieuwsblad, 2007, nr. 4, p. 18-24.
[4]
Verzoeningskruis te Steenstrate,
www.digilife.be/teleducatie/vbssj/omd98/omd2.htm
[5]
Zie voor foto’s van een dergelijke herdenking, Memorials
to the Gas Victims,
www.webmatters.net/belgium/ww1_steenstraat.htm
[6]
Piet Chielens, Dominiek Dendooven en Hannelore Decoodt,
De laatste getuige, Het oorlogslandschap van de
Westhoek, Tielt, 2006, p. 172-174.
[7] Ibidem, p. 195.
[8] Permanent
Memorial to All Victims of Chemical Weapons,
www.opcw.org/10years/memorial.html.
[9]
Voebe de Gruyter (1960, Den Haag) woont en werkt in
Brussel en Amsterdam. Zij studeerde aan de Rietveld
Academie en de Rijksacademie in Amsterdam en bracht een
periode door in New York. Zij is vertegenwoordigd in de
collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum
voor Moderne Kunst Arnhem en de collectie van het
Bouwfonds. Zie www.voebedegruyter.be.
[10]
Press Statement: Ambassador Rogelio Pfirter, OPCW
Director-General, Condemns the Chlorine Attacks in Iraq,
23 February 2007, www.opcw.org.
Press Statement: OPCW Director-General Condemns Renewed
Chemical Attacks in Iraq, 21 March 2007,
www.opcw.org.
[11]
‘Melding’ betekent ‘samenstellend’ in het Nederlands. |