naar poetry corner


               Edward Thomas

 

(Philip) Edward Thomas verschilt van de meeste andere Britse ‘war poets’ omdat hij veel ouder én getrouwd was toen hij dienst nam. Hij werd in Lambeth, een wijk van Londen, geboren uit Welshe ouders. Hij werd opgeleid aan de dure kostschool St. Pauls en in Oxford, waar hij voor zijn afstuderen trouwde met Helen Noble, die toen zwanger was. Hoogst ongebruikelijk. Helen was de dochter van een journalist en lettterkundige. Het paar kreeg drie kinderen, van wie één later ook naam zou krijgen als schrijfster.
 
Edward Thomas (1878-1917)

Edward Thomas schreef vele werken over alles en nog wat: biografieën, natuur, wandelingen, ‘toeristische’ boeken. Zijn derde boek, OXFORD, wordt nog steeds herdrukt. Hij schreef zoveel omdat hij zijn gezin moest onderhouden. Het was geen vetpot, eerder constante armoede.

Pas toen hij juist voor de oorlog bevriend raakte met de bekende Amerikaanse dichter Robert Frost, die hem wees op het ritmische van zijn proza, begon Thomas poëzie te schrijven. Vrijwel niets werd tijdens zijn leven gepubliceerd. Ten tijde van zijn dood kwam een eerste dichtbundel bijna van de persen. Frost had daarvoor zijn invloed aangewend.

De verhouding tussen Helen Thomas en Frost bekoelde toen zij onder andere ook over de seksuele verhouding tussen haar en Edward voor én tijdens hun huwelijk schreef in AS IT WAS (1926) wat in die tijd hoogst ongebruikelijk was. Niemand zou er tegenwoordig aanstoot aan nemen. Helen leefde nog tot 1967, veelal in armoede.

Edward lijkt op Blunden in zijn liefde voor de natuur in het algemeen en voor het Engelse landschap in het bijzonder. Toch heeft hij een eigen stem. Misschien juist omdat hij zo laat gedichten begon te schrijven? Ook schrijft hij openlijk over zijn twijfels en zijn depressies, wat ook weer niet erg gewoon was.

In veel aspecten lijkt hij op zijn oudere tijdgenoten, de zogenaamde ‘Georgians’, die snel in vergetelheid raken door de kritiek van jongere dichters. Veel later ontdekken velen zijn poëtische kwaliteiten.

Hij nam in 1915 dienst bij de ‘Artists Rifles’, een verzameling kunstenaars. Hij gaf daar als soldaat I en korporaal kaartleesles. Later werd hij officier en overgeplaatst naar de artillerie. Hij gaf er de voorkeur aan bij zijn manschappen te verkeren aan het front, liever dan een ‘cushy job’ wat verder van het front. Pas in 1917 gaat hij naar Frankrijk. Zijn vrouw heeft beschreven hoe zij de laatste nacht doorbrachten. Zij zegt dat beiden wisten dat hij niet terug zou komen.

Op Paasmaandag 1917, in een van de eerste uren van de slag bij Arras, wordt Thomas door een granaatscherf getroffen, waarna hij vrijwel onmiddellijk overlijdt. Hij is begraven in Agny Military Cemetery in de buitenwijken van Arras.

Het volgende gedicht is geschreven in 1914, nog voor Thomas dienst nam. Het komt voor in vele bloemlezingen. Het is een plotseling gevoel van tot dieper inzicht leidende vervreemding of liever een onbetekenend iets krijgt juist grotere betekenis door het totaal onverwachte. Je kan zeggen dat Thomas hier in een vredesniemandsland verkeert.

Adlestrop
Yes. I remember Adlestrop –
The name, because one afternoon
Of heat the express-train drew up there,
Unwontedly. It was late June. [ongebruikelijk]

The steam hissed. Someone cleared his throat.
No one left and no one came
On the bare platform. What I saw
Was Adlestrop – only the name

And willows, willow-herb, and grass. [wilgenroosje]
And meadowsweet, and haycocks dry, [hooioppers]
No whit less still and lonely fair [niet minder]
Than the high cloudlets in the sky. [wolkjes]

And for that minute a blackbird sang
Close by, and round him, mistier,
Farther and farther, all the birds
Of Oxfordshire and Gloucestershire.

Bespreking
Thomas zit in een trein en tot zijn verbazing stopt de exprestrein
in een plaatsje waar hij niets van weet en niets van te weten komt.
Wat hem opvalt is de schoonheid van de kleine dingen die hij ziet, vlakbij, een schoonheid die opgaat, verder weg, in een groter verband van en door de geluiden van vogels, alle vogels van twee graafschappen.

(Wat betreft Gloucestershire: Ivor Gurney, de reeds eerder besproken dichter en componist, associëren we vaak met dit graafschap.)
Het staat de lezer vrij de vergelijking verder door te trekken naar het geheel van Engeland en misschien wel naar de natuur in het algemeen.

We zien de afwisseling van het visuele met het auditieve. De eerste keer het gesis van de stoomlocomotief en het onbetekenende schrapen van iemands keel, later de vogels.

Wat hij ziet is in zeker zin concreet, maar ook abstract: wat is dat voor dorp of stad? Wat hij hoort is in zekere zin concreet, maar ook minder concreet: ‘mistier’ - ‘farther and farther, all the birds ……’

Het gedicht begint op een toon van conversatie (Yes. I remember Adlestrop -). Al spoedig krijgen we dan een ongebruikelijke combinatie (…one afternoon of heat..) en een ongebruikelijk woord (Unwontedly) en de droge constatering dat het aan het einde van juni is. Dan nogmaals de hitte in ‘The steam hissed.’ Voordat de lezer denkt dat er nog meer uitdrukkingen van warmte komen, is er abrupt ‘Someone cleared his throat’, iets dat je eerder met de winter in verband brengt. Zo zet de dichter ons op de verkeerde been.

De twee laatste verzen doen dat niet hoewel ook hier verschuivingen plaatsvinden: van bloemen en gewassen naar wolkjes, van één merel dichtbij naar alle vogels verder weg.

Er loopt tegenwoordig geen trein meer door Adlestrop. Het plaatsje bestaat echt en er komen regelmatig toeristen die, gedreven door dit gedicht, nog sporen van een perron of station proberen te vinden. Er wordt wel eens gesproken om hier een museumlijntje te laten lopen.
De kracht van poëzie…

Fred van Woerkom

naar poetry corner