naar victoria cross pagina - naar homepage


Edward Mannock (1887 - 1918)
Victoria Cross posthuum uitgereikt op 18 juli 1919

Personalia



Geboren: 24 mei 1887 te Ballincollig te Cork, Ierland
Overleden: 26 juli 1918 in de buurt van Lestrem, Frankrijk
Rang: Majoor
Onderdeel: No. 40, 74, 85 Squadrons, Royal Flying Corps, Royal Air Force
Nationaliteit: Britse
Date of Gazette: 18 juli 1919

‘If I have any luck, I think I may beat old Mac's [James McCudden] fifty seven victories.
Then I shall try and oust old Richthofen...
’ Edward Mannock

Voor heroïsche luchtacties tijdens de Eerste Wereldoorlog werd ‘slechts’ 19 maal het Victoria Cross toegekend. Eén van deze ontvangers was Majoor Edward ‘Mick’ Mannock VC.

Hij is weliswaar niet zo bekend als Albert Ball VC of de Duitse piloot Manfred von Richthofen, maar hij was wel een van dé topazen van het Britse Royal Flying Corps tijdens deze oorlog. Hij werd na zijn dood postuum onderscheiden met het Victoria Cross en was volgens velen de beste patrouilleleider ooit in de Britse luchtvaartdienst.

Edward, ‘Mick’ zoals hij later werd genoemd, Mannock werd geboren op 24 mei 1887 in het Ierse Ballincollig te Cork en was één van de drie kinderen van Julia en Edward Mannock, die diende in het 2/Dragoons, Royal Scots Greys. De familie verhuisde hierdoor van de ene garnizoenstad naar de andere, waaronder een zesjarig verblijf in India.

Niet lang na zijn terugkeer van de Boerenoorlog werd Edwards vader uit het leger ontslagen. Hij was niet in staat zich aan te passen en ander werk te vinden, raakte aan de drank en liet zijn gezin in de steek met medeneming van het weinige spaargeld dat het gezin had.

Edward was hierdoor genoodzaakt de school te verlaten en werk te zoeken als knecht bij de plaatselijke kruidenier. Dat werk was zwaar en werd slecht betaald. Niet lang daarna vond hij werk als hulp bij een barbier.

In 1911 ging hij bij zijn broer werken, die werkzaam was bij the National Telephone Company in Wellingborough. Hij betrok daar een kamer bij de familie Eyles en werd haast een zoon voor dit echtpaar. Hier ging hij zich ook ontwikkelen en genieten van ‘de dingen des levens’.

Begin 1914 vertrok Edward naar het Turkse Constantinopel. De reis was een gok omdat hij ‘Good old England’ had verlaten zonder de belofte van een baan in den vreemde. Toen Turkije na het uitbreken van de oorlog de kant van Duitsland koos, werd Edward gearresteerd en opgesloten.

Het was tijdens deze verschrikkelijke periode dat zijn haat jegens de Duitsers enorm toenam. Tijdens zijn verblijf in de Turkse cel konden de overige gevangenen hem vaak ‘Damn the sodding Huns, bloody Huns’ horen gillen. Hij wist niet dat hij onbewust hiermee ook het moraal van de mede-celgenoten hoog hield.

Op 1 april 1915, na een vreselijke periode van gevangenschap en mishandelingen, mocht Edward vanwege zijn slechte gezondheid naar Engeland terugkeren. Na een herstelperiode nam hij dienst in het Royal Medical Army Corps en bereikte daar al snel de rang van sergeant.

Hij voelde zich echter niet gelukkig en nuttig en probeerde overgeplaatst te worden naar the Royal Engineers ‘so I can blow the bastards up’. Zijn verzoek werd ingewilligd en in april 1916 moest hij zich melden bij the Cadet Depot of the Royal Engineers in Fanny Stratford. Maar óók hier voelde hij zich niet gelukkig.

Met een leeftijd van bijna 30 jaar was hij veel ouder dan de andere cadetten en hij wond zich regelmatig op over het gedrag van zijn medeklasgenoten. Velen van hen vonden het veel belangrijker om zich in een mooi uniform te hijsen en indruk te maken op het vrouwelijk schoon ter plaatse dan zich voor te bereiden op een leven in de loopgraven.

Tijdens een verlof liep hij heel toevallig een oude vriend, Eric Tomkins, tegen het lijf die op dat moment diende bij het Royal Flying Corps. De vrienden kletsten wat bij en Mick luisterde heel aandachtig naar het spannende leven dat zijn vriend bij het RFC leidde.

Het is inmiddels juli 1916 en de Britse kranten staan vol van de successen van één van Engeland’s beste piloten ooit, Albert Ball VC. Edwards besluit staat nu vast en hij vraagt meteen overplaatsing naar het RFC.

Ondanks zijn nogal gevorderde leeftijd en zijn matige gezondheid, overgehouden aan zijn periode in Turkije, weet hij de keuring door te komen en op 14 augustus 1916 betreedt in de No.1 School of Military Aeronautics te Reading. Het is ook hier dat hij zijn bijnaam ‘Mick’ krijgt.

In Reading leert hij de grondbeginselen van het vliegen, de techniek van de vliegtuigen en de geheimen van het schieten. Verdere opleidingen krijgt hij in Hendon, waar hij op 28 november 1916 slaagt voor zijn examen (no. 3895), in Hounslow en in Hythe. Het laatste deel van zijn opleiding krijgt hij bij het 10e Reserve Squadron in Joyce Green, waar hij een piloot leert kennen die zowel zijn vriend áls zijn mentor zou gaan worden, namelijk Majoor James McCudden VC.

Na zijn opleiding vertrekt Mick naar Noord Frankrijk en op 6 april 1917 meldt hij zich bij het no.40 Squadron in Treizennes. Op de piloten van dit squadron maakt hij in eerste instantie geen indruk en zijn eerste patrouilles lijken te wijzen op grootspraak en een misplaatst zelfvertrouwen. Dit veranderde toen hij op spectaculaire wijze zijn Nieuport 17 vliegtuig veilig aan de grond wist te zetten nadat een van de ondervleugels tijdens de vlucht was losgeraakt.

Na verloop van tijd werd hij in het Squadron geaccepteerd. Op 7 juni 1917 boekte hij zijn eerste luchtoverwinning door een Albatros D.III net te noorden van Lille neer te halen. Hij komt zelf niet helemaal ongeschonden uit dit luchtgevecht, want enkele dagen later wordt hij met ernstige oogpijn opgenomen in een ziekenhuis. Bij de daaropvolgende operatie worden er enkele metaaldeeltjes uit zijn linkeroog verwijderd en na drie dagen herstel wordt hij met verlof terug naar Engeland gestuurd.

Op 2 juli meldt Mick zich weer bij zijn eenheid in Frankrijk. In de weken daarop ontwikkelt hij zich heel snel tot een volwaardige piloot en haalt menig vijandelijk toestel neer. Op 22 juli 1917 word hem het Military Cross (MC) toegekend en volgt zijn promotie tot kapitein en Flight Commander.

Zijn eervolle vermelding voor het Military Cross luidt als volgt:
 
  ‘T./2nd Lt. Edward Mannock, R.E. and R.F.C. For conspicuous gallantry and devotion to duty. In the course of many combats he has driven off a large number of enemy machines, and has forced down three balloons, showing a very fine offensive spirit and great fearlessness in attacking the enemy at close range and low altitudes under heavy fire from the ground.’

Enkele maanden later neemt Mick afscheid van No.40 Squadron. Bij zijn vertrek wordt hij toegejuicht door de officieren en vormen de mecaniciens een erehaag bij zijn auto. In de tussenliggende periode had hij overigens ook nog een Bar op zijn Military Cross weten te bemachtigen.

In februari 1918 meldt Mannock zich in London bij het No.74 Squadron, die uitgerust zijn met de SE5a en druk bezig zijn met het oog op dienst boven het vasteland. Mick brengt zijn met harde strijd opgedane ervaring van No.40 Squadron met zich mee en wordt ook hier tot Flight Commander aangesteld.

Op 30 maart 1918 vliegt No.74 Squadron over naar Frankrijk waar de eenheid de tenten opslaat in St. Omer. Enkele dagen later vliegt de eenheid naar hun definitieve basis in Clairmarais. Drie dagen na aankomst haalt Mick het eerste Duitse toestel met zijn nieuwe eskader neer en z’n score steeg daarna gestaag.

Alleen al in de maand mei claimt Mannock 24 overwinningen, waarvoor hij werd onderscheiden met het Distinguished Service Order (DSO) die op 8 juni gevolgd wordt met een Bar.

Half juni 1918 wordt Mick teruggeroepen naar Engeland om er op 3 juli 1918 bevorderd te worden tot majoor en twee dagen later wordt hij aangesteld om het commando van No.85 Squadron van Billy Bishop VC over te nemen.

Op 26 juli 1918 stijgt Mick Mannock op van No.85 Squadron basis in St. Omer, vergezeld door het groentje in het squadron, Donald Inglis. Op lage hoogte achter de vijandelijke linies weten ze een Duitse tweezitter te verschalken. Mannock vuurt eerst, waarna Inglis de genadeslag mag geven.

Hierna vliegen beide piloten laag over de Duitse loopgraven en komen daarbij in een hagel van mitrailleur- en geweervuur terecht. Inglis, die heel dicht achter zijn leider vliegt, ziet plotseling hoe vlammen uit Mannocks motor komen. Terwijl het vuur zich uitbreidt, helt het vliegtuig langzaam over en duikt het in de grond.

Inglis wordt op zijn beurt zwaar getroffen door grondvuur, maar slaagt er toch in zijn toestel naar de eigen linies terug te voeren. Mannock wordt door de Duitsers begraven, maar bij latere gevechten verdwijnt het graf.
 
Impressie van Mannock’s laatste luchtgevecht boven Noord Frankrijk

Na de oorlog wordt door vele vrienden van Mannock lange tijd campagne gevoerd met het doel hem te onderscheiden met het Victoria Cross voor zijn inzet, leider-schap en heroïsche optreden tijdens vele luchtgevechten.

Uiteindelijk wordt Mannock, na lobbywerk bij de nieuwe minister van Luchtvaart Winston Churchill, postuum onderscheiden met deze dapperheidonderscheiding.

Mannocks verlies was een enorme slag, want iedereen in het squadron droeg hem op handen en ieder die hem kende was diep onder de indruk. Zijn grootste angst was brandend neer te storten. Maar al vermoedde hij dat hij de oorlog niet zou overleven, hij zette zichzelf onder druk om door te gaan.

Het ziet er overigens naar uit dat Mannock VC niet levend is verbrand tijdens zijn laatste vlucht. Een verklaring hiervoor kan zijn dat hij tijdens het neerstorten uit het vliegtuig is gesprongen óf eruit is gevallen. Vanuit Duitsland werd later een anoniem postpakket ontvangen met daarin het notitieboekje, de revolver en het identificatieplaatje van Mannock VC. En dit alles was vrij goede staat, zonder enige brandplekken.

Jim Eyles, de man bij wie hij vóór de oorlog lange tijd woonde, heeft jarenlang tevergeefs gepoogd het graf van zijn ‘zoon’ te localiseren. Het enige wat de Imperial War Graves Commission hem kon meedelen was het feit dat Mannock VC op 26 juli 1918 was omgekomen. Na recent onderzoek zijn er echter sterke vermoedens dat Edward Mannock VC is begraven in Laventie British Military Cemetery en wel in graf III F12. Op de grafsteen is slechts te lezen: ‘A British Airman.’

Er zijn overigens nogal wat discussies geweest over het aantal behaalde overwinningen van deze held. Tot op de dag van vandaag is men het niet eens kunnen worden. Feit is evenwel dat dit vele tientallen zijn geweest en dat ‘Mick’ Mannock VC één van de topazen van de Britse luchtmacht was.

Zijn naam wordt herdacht op het Arras Flying Services Memorial, (to the Missing Airmen) in Frankrijk. Het Victoria Cross werd door de Britse koning George V overhandigd aan Mick’s vader, Edward Mannock. Al zijn onderscheidingen zijn nu in handen van de bekende VC-verzamelaar Lord Michael Ashcroft.


Geraadpleegde bronnen
‘The Register of the Victoria Cross’ uitgegeven door This England 1997
‘Monuments to Courage’ van David Harvey
‘Victoria Cross – WW1 Airmen and their aircraft’ van Alex Revell
‘The Air VC’s’ van Peter J. Cooksley
‘For Valour- the Air VC’s’ van Chaz Bowyer
‘Vliegvelden en luchthelden’ van Mike O’Connor
‘Victoria Cross Heroes’ van Lord Michael Ashcroft

Speciale dank gaat uit aan medewerkers en forumleden van:
het forum over het Victoria Cross : www.victoria-cross.com/forum 
en het forum over de oorlogsgeschiedenis van de 20e eeuw: worldatwar.nl/forum 
en vooral dank aan mijn vriend Pierre GG voor zijn hulp en research.

 © 2008 - Hans Molier. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur. Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk schriftelijke toestemming vereist van de auteur.

naar victoria cross pagina - naar homepage


eXTReMe Tracker