terug naar Gedichten


Oorlogszomer

In diepe nis van donker loover staat
bloedige zomer met zijn licht gelaat,
gelijk in diepe zieleduisternis
een brandend leed lichtend geborgen is.

Een brandend leed zal deze zomer zijn,
in 't hart der menschheid een verholen pijn,
een alsemdronk zijn vroege morgendauw
en al zijn lommer als een floers van rouw.

En als een floers van rouw, dat wijder spreidt,
zijn wolkenschaduw over verren tijd,
tranen zijn regen en zijn avondrood:
doovende fakkel van den jongen dood.


Uit: Augusta Peaux - Gedichten 
(H.D. Tjeenk Willink & Zoon - Haarlem - 1918)



terug naar Gedichten