naar archief - naar homepage


11 november in tien wapenfeiten

Op 11 november 1918, om 11 uur 's ochtends, kwam een eind aan de Eerste Wereldoorlog. Wat gebeurde er die dag, en wat ging de datum achteraf betekenen? We zoeken het tien keer uit.

1 Wapenstilstand
Wat op maandag 11 november 1918 inging, was niet meer dan wat de naam zegt: een wapenstilstand. Het formele einde van de oorlog volgde na de vredesconferenties van Parijs (1919-1920). Die leidden tot vijf verdragen, waarvan dat van Versailles (28 juni 1919, met Duitsland) het bekendste is.

De discussies over de wapenstilstand begonnen op 8 november op een militair spoorwegemplacement in het bos van Réthondes in Compiègne, ten noorden van Parijs. Zowel de geallieerde delegatie, met voorop de Franse opperbevelhebber, maarschalk Ferdinand Foch, als de Duitse, geleid door de politicus Matthias Erzberger, beschikten er elk over een trein.

Foch las zijn harde voorwaarden voor, keek op zijn uurwerk, zag dat het 11 uur was en gaf de Duitsers 72 uur om het akkoord van Berlijn te krijgen. Om 5 uur in de ochtend van 11 november stemde Erzberger in. Zes uur later, na 1.568 dagen oorlog en vele miljoenen doden en gewonden, was de wapenstilstand een feit.

2 De laatste doden
De gevechten gingen letterlijk door tot het allerlaatste moment, tot 11 uur van 11 november 1918. De laatste soldaat die op Belgisch grondgebied sneuvelde, was de Canadees George Lawrence Price. Hij werd twee minuten voor de wapenstilstand inging door een Duitse sluipschutter getroffen in Ville-sur-Haine, in de buurt van Bergen. Die stad hadden de geallieerden in de eerste uren van 11 november nog op de Duitsers heroverd.

De laatste Belgische oudstrijder van de Eerste Wereldoorlog stierf, bij wijze van spreken, twee keer. De eerste keer ging het om Paul Ooghe, die in 2001 overleed op de leeftijd van 102 jaar. Maar toen in 2004 Emile Brichard stierf, 104 jaar oud, bleek hij de laatste veteraan te zijn. Brichard was ook de oudste nog overlevende deelnemer aan de Ronde van Frankrijk. Hij nam nog deel aan de Tour van 1926, al gaf hij al tijdens de eerste etappe op.

3 Revolutie in Brussel
In de voormiddag van 11 november had in de Brusselse Lambertmontstraat een merkwaardige vergadering plaats. Ze bracht Belgische politici samen met de Duitse bezettingsautoriteiten en een delegatie van soldaten die daags tevoren in de namiddag in opstand waren gekomen. Die opstand paste in het revolutionaire oproer van die dagen in Duitsland en in het Duitse leger. Ook in andere steden broeide de revolutie onder de soldaten, onder meer in Tienen.

De vergadering in Brussel moest de openbare orde herstellen. Na enkele dagen bloedde de revolutie in de hoofdstad dood.

4 Algemeen stemrecht
In de vroege ochtend van 11 november 1918 trokken de liberale politicus Paul-Emile Janson en de socialist Edward Anseele naar het kasteel van Loppem in West-Vlaanderen, waar koning Albert zijn hoofdkwartier had gevestigd. Daar troffen ze ook Gérard Cooreman aan, de katholieke leider van de Belgische regering in ballingschap.

Zo begon een dagenlang durende reeks gesprekken waarin de beslissing viel om het algemeen enkelvoudig stemrecht in te voeren. Voortaan zou iedereen maar over één stem beschikken. Maar omdat de socialisten vreesden dat vrouwen massaal katholiek zouden stemmen, kregen voorlopig alleen de mannen stemrecht. Pas een wereldoorlog later kregen ook vrouwen het recht om aan verkiezingen deel te nemen.

Koning Albert vond het redelijk dat ,,gewone'' mensen politiek meer te zeggen zouden krijgen, als tegenprestatie voor hun inzet tijdens de oorlog. Ook kregen de vakbonden meer vrijheid van handelen.

5 De koning-ridder
Op 11 november 1918 bezette het oprukkende Belgische leger, aangevoerd door koning Albert, een frontlijn die liep van Zelzate tot Bergen. Zijn rol als opperbevelhebber verhoogde in hoge mate de populariteit van de koning en ook van de koningin, die als eerste Belgische vorstin publieke bekendheid en waardering genoot.

De nationale propaganda wakkerde het beeld aan van de koning-ridder, met naast hem de koningin-verpleegster, die zich achter het front verdienstelijk zou hebben gemaakt bij de verzorging van gewonde soldaten. De koning beleefde een ware triomf toen hij het pas bevrijde Brugge en Gent bezocht en op 22 november zijn intrede deed in Brussel. Sindsdien groeide de monarchie uit tot een krachtig nationaal symbool.

6 Vergelding
Voor wie had gecollaboreerd met de Duitse bezetter, zou 11 november geen feest worden. Op veel plaatsen werden collaborateurs aangevallen en hun huizen geplunderd. In Gent, dat precies op 11 november werd bevrijd, verdween al diezelfde ochtend de Nederlandstalige inscriptie aan de bibliotheek van de door de Duitsers vernederlandste universiteit.

7 De terugkeer
De vele honderdduizenden Belgen die bij het uitbreken van de oorlog naar het buitenland waren gevlucht, zagen de wapenstilstand als het signaal om zo snel mogelijk terug te keren. Door de aanhoudende troepenbewegingen, de schade aan wegen en spoor en de moeilijke bevoorrading, zou de repatriëring voor zeer velen evenwel nog weken en zelfs maanden worden uitgesteld.

Vooral in Frankrijk bleven de Belgische vluchtelingen lang hangen. Sommigen keerden zelfs helemaal niet terug. Zeker in West-Vlaanderen, waar van honderden vierkante kilometer bewoonde of bewerkte oppervlakte niets dan een woestenij overbleef, was een onmiddellijke terugkeer allerminst vanzelfsprekend. Inderhaast opgetrokken barakkendorpen konden de woningnood maar in beperkte mate opvangen. Het zwaar getroffen Ieper telde pas in 1947 pas weer evenveel inwoners als in 1914.

8 Herdenking
Eerst, zo had de regering in 1919 beslist, zou de Eerste Wereldoorlog worden herdacht op de nieuwe feestdag van 4 augustus, de dag waarop in 1914 de oorlog voor België was begonnen. In 1922 legde een nieuwe wet een nieuwe datum vast: 11 november.

Bij de eerste officiële viering in datzelfde jaar werden de resten van de Onbekende Soldaat bijgezet in de crypte van de Congreskolom in Brussel. Sindsdien ligt daar het zwaartepunt van de officiële herdenkingen van de wapenstilstand. Elk jaar komt de koning er de eeuwige vlam aanwakkeren en een bloemenkrans neerleggen.

9 Twee oorlogen, één feestdag
11 november mag dan direct naar de wapenstilstand uit de Eerste Wereldoorlog verwijzen, de dag herdenkt sinds 1944 ook het einde van de Tweede Wereldoorlog. Nochtans leidde de geallieerde overwinning van 1945 aanvankelijk tot een aparte feestdag: V-dag op 8 mei. Die V-dag groeide evenwel nooit uit tot een officiële vrije dag, om het aantal betaalde feestdagen voor werknemers binnen de perken te houden.

10 Dag van solidariteit
Op 11 november 1965, om 11 uur, trokken voor het eerst de jeugdverenigingen op pad om vignetjes te verkopen tegen de honger in de wereld. De symboliek van de datum gaf een nieuwe invulling aan de herdenking van de wapenstilstand van 1918: wereldvrede door internationale solidariteit.

Tot dan toe genoot de Derde Wereld maar weinig publieke belangstelling. Pas toen groeide een middenveld van niet-gouvernementele organisaties die in de sector actief waren. Het grote succes van de eerste actie inspireerde hen om zich te verenigen onder een koepel, het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (NCOS). Vanaf 1966 organiseerde het NCOS jaarlijks een 11.11.11-actie. Later veranderde het NCOS zijn naam in kortweg 11.11.11.

(Bron: Marc Reynebeau - Het Nieuwsblad - 10 november 2006)

  naar archief - naar homepage