naar archief - naar homepage



Negentig jaar geleden gebruikte Duitsland voor het eerst gifgas

Op 22 april 1915, vandaag precies negentig jaar geleden, zette het Duitse leger voor het eerst gifgas in.  Zo kwam de Eerste Wereldoorlog in de fase van de chemische oorlogsvoering. Hoewel: echt nieuw was het wapen niet en het gruwelijke effect ervan belette niet dat iedereen het ging gebruiken - net omwille van dat effect. 
22 april 1915 was een mooie voorjaarsdag aan het Westelijke front. De Eerste Wereldoorlog was bijna negen maanden aan de gang. Het Duitse offensief door België richting Noord-Frankrijk verzandde in een loopgravenoorlog, met Ieper als het centrale geallieerde bastion. 

,,De zon scheen'', getuigde een Duitse soldaat over die dag. ,,Het gras was stralend groen. Onze artillerie zette na de middag een hevige aanval in. We moesten de Fransen in hun loopgraven houden. Toen stopte onze artillerie. We riepen de infanterie terug en openden de gasflessen met een touwtje. Tegen het avondeten dreef het gas langzaam in de richting van de Franse linies. Het was doodstil.'' 
Het was vijf uur in de namiddag. De Duitse soldaten hadden gewacht tot de wind goed zat, weg van hun eigen linies. Tussen Steenstrate en het IJzerkanaal, over Langemark en Poelkapelle, lieten ze uit 5.730 cilinders 180 ton chloorgas ontsnappen. Het verspreidde zich traag over de door Franse en Algerijnse soldaten bemande linies. Chloorgas is zwaarder dan lucht, maar de wind voerde het mee. Het gas zakte in de vijandelijke loopgraven en schuttersputjes neer en kleurde alles geel-groen. 
De Franse soldaten kregen een pijnlijk, branderig gevoel in de ogen, de neus en de keel. Ze werden er misselijk van. In hun longen vormde zich een geelachtig slijm dat hen eerst hard deed hoesten. De ophoping van vocht in hun longen deed hen langzaam stikken. Vijfduizend soldaten stierven. De rest vluchtte in paniek weg, waardoor een kilometersbreed gat in de verdedigingslinie werd geslagen. 
Het nieuwe wapen doodde niet alleen soldaten, het veroorzaakte ook nog eens een blinde paniek. Wie het zag komen afdrijven, kon alleen op de vlucht slaan. In de loopgraven wist niemand wat er gebeurde. Van enige bescherming ertegen was al evenmin sprake. 
Door een toeval ontsnapten Belgische legereenheden op 22 april aan het gas. De aanval was nochtans ook tegen hen gericht. Zij waren iets verderop gelegerd, ten westen van Steenstrate. Maar de wind blies iets harder dan voorzien zuidwaarts, waardoor alle gas in de Franse sector belandde. 
Een tweede gasaanval twee dagen later kostte vijfduizend Canadese soldaten ten noordoosten van Ieper het leven. Begin mei kregen ook de Britten het over zich heen. De gasaanval bezorgde Duitsland en zijn bondgenoten bepaald geen goede publiciteit, ook niet in neutrale landen als (toen nog) de VS. Zijn ,,laffe'' aanval op het kleine, neutrale België begin augustus 1914 en de wreedheden hadden Duitsland in de propaganda al beladen met het odium van de Teutoonse barbarij. Het gebruik van gifgas bevestigde dat alleen maar. Toch maakte dat weinig uit. Als iets hun nuttig lijkt, aarzelen legerleiders maar zelden om het in de strijd te werpen, hoe smerig het ook is en hoe groot in dit geval ook de weerzin was, “de waterputten van de vijand te besmetten''. 

Dat het Verdrag van Den Haag van 1899, het gebruik van dodelijke gassen had verboden, maakte al evenmin veel uit. Tenslotte waren chemische wapens - want daartoe behoort het gifgas - niet echt nieuw. Meer nog, in de Eerste Wereldoorlog waren de Duitsers niet de eersten om ze in te zetten. Al in het vroegste begin hadden de Fransen al traangas (xylylbromide) op hen afgevuurd. Kort daarop begonnen de Duitsers experimenten met nies- en traangas tegen de Fransen en de Russen. Het verschil lag erin dat het chloorgas meteen dodelijk bleek. 
In september 1915 kregen de Duitsers met Brits chloorgas een koekje van eigen deeg. De doos van Pandora stond open, niets kon de escalatie nog stoppen. Chemische wapens gingen in beide kampen tot het courante arsenaal behoren. Na het chloorgas volgde het al krachtiger fosgeen en in 1917 introduceerde Duitsland het nog dodelijkere mosterdgas, dat bekend raakte als yperiet. 
Maar de nieuwe wapens hadden hun verrassingseffect verloren. De legers konden zich er streeds beter tegen beschermen. In de miljoenenslachting die de Eerste Wereldoorlog was, eiste de inzet van in totaal 51.000 ton chemicaliën uiteindelijk,`slechts' 90.000 doden en 1,2 miljoen gewonden. Veel verschil maakte dat niet op het slagveld, op de ellende na van wie het gas over zich heen kreeg. 
Bron: De Standaard van 22 april 2005


  naar archief - naar homepage