Songs of rebellion


naar 
poetry
corner

Naar aanleiding van het gedicht MCXIV van Philip Larkin, waarin sprake was van rijen Engelse vrijwilligers voor een ‘Recruiting Office’ ontving ik een aantal Ierse liedjes, ‘Songs of Rebellion’ die eveneens de ‘recruiting’ tot onderwerp hadden maar dan door Ierse ogen gezien. 

Hier volgt het eerste liedje: 

The grand old dame Britannia 

Come all ye scholars saints and bards,
Says the grand old dame Britannia.
Will ye come and join the Irish Guards,
Says the grand old dame Britannia.

Oh, don’t believe them Sinn Fein lies,
And for every Gael that for England dies, (=Ier)
Will enjoy the Home Rule ‘neath the Irish skies. (=beneath)
Says the grand old dame Britannia. 

Now Johnny Redmond you’re the one,
You went to the front and fired a gun, 
Well you should have seen them Germans run,
Says the grand old dame Britannia.
But if you dare to tread on the German’s feet,
You’ll find a package tied up neat,
A Home Rule badge and a winding sheet,
Says the grand old dame Britannia.


Inleiding
Ierland maakte al eeuwen deel uit van het enorme Britse Rijk en vele Ieren ervoeren dit als overheersing en onderdrukking. De Irish Nationalist Party was vertegenwoordigd in het Lagerhuis en stond vlak voor 1914 onder leiding van John Redmond. Aangezien deze partij soms veel druk kon uitoefenen door hun positie als de Conservatieven en Liberalen hun nodig hadden, was er al lang een streven naar ‘Home Rule’, een vorm van autonomie. De Liberalen waren hier voorstander van. Redmond steunde de oproep van de liberale premier Herbert Asquith om vrijwilligers te rekruteren in Ierland en dacht hiermee Home Rule eerder te bereiken.

John Redmond tijdens een 'recruitment meeting' in Wexford 1914

Bespreking
Het liedje (interpunctie en spelling zijn zo veel mogelijk gehandhaafd) begint als zovele liedjes: ‘Komt allen tezamen.’ Om het wat poëtischer te maken, wordt hier ‘ye’ gebruikt in plaats van ‘you’en worden de zangers, de ‘bards’ ook aangeroepen. ‘Kom toch bij de Ierse Garde’. Ironisch genoeg bestaan de Irish Guards nog steeds, ook nu Ierland al lang een zelfstandige staat is. Het woord ‘Guards’ wordt hier gebruikt omdat het zo mooi rijmt op ‘bards’, maar vanzelfsprekend werd niet iedereen toegelaten tot deze élitetroepen. Maar ja Engeland (‘the grand old dame B.’) moet toch een lokkertje hebben voor de Ierse vrijwilligers. 

De Engelse dame gaat verder dat de Ieren vooral niet de leugens van Sinn Fein moeten geloven. (Sinn Fein, ‘Iers’ voor ‘wijzelf/eigen volk eerst’, was toen de Ierse politieke partij die het meest hamerde op Home Rule). (Grammaticale noot: ‘them’ in plaats van ‘the’ is niet correct, maar wordt veel gebruikt door ongeletterden.) Sarcastischer wordt het als de gesneuvelde Ier onder Ierse luchten eindelijk Home Rule krijgt. Dat laatste wordt herhaald tegen het einde als je met een Home Rule badge en een lijkgewaad begraven wordt als je het de Duitsers moeilijk maakt (‘to tread on the German’s feet’). 

Sergeant William Bailey

Sergeant William Bailey was a man of high renown,
Tooral looral looral looral loo,
In search of gallant young recruits he used to scour the town,

Tooral looral looral looral loo,
His face was full and swarthy, of medals he had forty, 
And ribbons on his chest red white and blue,
It was he that looked the hero as he made his people stare O
As he stood on Dunphy’s corner tooral loo.

But alas for human greatness every dog he has his day,
Tooral looral looral looral loo,
And Sergeant William Bailey he is getting old and grey,
Tooral looral looral looral loo,
No longer youths are willing to take his dirty shilling,
And things for him are looking mighty blue,
In spite of fife and drumming no more recruits are coming,
For Sergeant William Bailey tooral loo.


Bespreking
Van dit lied is wel de maker bekend: het is de Dubliner Peadar Kearney, een schrijver van veel ballades uit deze turbulente eerste jaren van WOI. 

De ‘recruiting sergeant’ WB (William Bailey), een man befaamd om zijn daden, schuimt de stad af op zoek naar dappere jonge mannen, met zijn volle en donkere (door de zon getaande) gelaat en zijn veertig medailles en lintjes, maar ja zijn tijd is voorbij (‘every dog has his day’) en hij ziet er al oud en grijs uit: de jonge mannen nemen niet langer de King’s shilling, die hier bovendien ‘dirty’ (‘to take the King’s shilling’ betekent ‘dienst nemen’; let wel: hier wordt het ‘his shilling’ genoemd, omdat het WB’s shilling is) en men kan nog zo veel trommelen en op de fluit spelen, er dienen zich geen jonge mannen meer aan.

Ook hier weer de volkse taal (het gebruik van ‘he’ als dat overbodig is : every dog he has his day), het populaire refrein (‘Tooral looral (3x) loo’) en het binnenrijm (‘drumming’- ‘coming’). De laatste twee dingen maken dat het lied makkelijk te onthouden is.

Fred van Woerkom

naar poetry corner