naar poetry corner


              Edmund Blunden

 

Report on experience

I have been young, and now am not too old;
And I have seen the righteous forsaken,
His health, his honour and his quality taken.
This is not what we were formerly told.

I have seen a green country, useful to the race,
Knocked silly with guns and mines, its villages vanished,
Even the last rat and last kestrel banished –
God bless us all, this was peculiar grace.

I knew Seraphina; Nature gave her hue,
Glance, sympathy, note, like one from Eden.
I saw her smile warp, heard her lyric deaden;
She turned to harlotry; - this I took to be new.

Say what you will, our God sees how they run.
These disillusions are His curious proving
That He loves humanity and will go on loving;
Over there are faith, life, virtue in the sun.

Weinigen zullen zo veel gedaan hebben voor collega-dichters als Edmund Blunden. In 1931 verzorgt hij een prachtige editie van Wilfred Owen en in 1954 van de bijna vergeten Ivor Gurney, een dichter en componist met wie hij een liefde voor het landschap deelt.
 
Edmund Blunden (1896-1974)

Tegenwoordig is er zelfs een Ivor Gurney Society in de Cotswolds, waar Gurney vandaan kwam. Blunden herontdekt (bijna) vergeten dichters, verzorgt talloze edities van schrijvers uit vorige eeuwen en schrijft toegankelijke beschouwingen over schrijvers in de British Council pamfletten.

Hij wordt geboren als de oudste van negen kinderen van een echtpaar dat een school bestiert. Al spoedig verhuizen zijn ouders naar het graafschap Kent, bijgenaamd ‘the garden of England’, met een landschap dat hij vaak zal beschrijven evenals traditionele sporten als cricket, een sport die je beter maar niet kan uitleggen aan iemand die het nooit heeft gespeeld.

Zijn opleiding is traditioneel voor de officier die hij zal worden: een dure kostschool, waar hij een beurs voor Oxford wint en waarna hij korte tijd als student Klassieke Talen en Filosofie in ‘the city of dreaming spires’ verkeert. Eind 1919 keert hij hier terug, maar niet voor lang. Hij begint aan een loopbaan als biograaf, recensent, docent en letterkundige. Hij begint veel prijzen te winnen.

Blunden neemt dienst in augustus 1915 en beleeft, als officier, ‘14-18’ in de loopgraven. Op zijn wapenbroeders maakt hij de indruk van een gevoelige, vriendelijke intellectueel, die graag zit te mijmeren, als het strijdgewoel dat toelaat, aan een beekje of in een boomgaard. Hij vecht bij Festubert, Givenchy, de Somme (waar hem in 1917 de Military Cross wordt uitgereikt) en Passendale.

In juni 1918 trouwt hij. Het is het eerste huwelijk van drie. Een jaar later sterft zijn dochtertje na het drinken van besmette melk. Ook een transfusie met Blundens bloed vermocht niet te helpen.

Na de oorlog verblijft hij vaak in het Verre Oosten, onder andere als hoogleraar Engels in Tokyo en Hong Kong, met een periode als docent Engels aan misschien wel het mooiste college in Oxford: Merton. Hij geeft daar in de Tweede Wereldoorlog ook les aan toekomstige officieren in ….kaartlezen. Ook deze oorlog grijpt hem zeer aan.

In 1951 krijgt hij een hoge onderscheiding: hij wordt CBE, Commander of (the order of) the British Empire. In 1966 wordt hij door de studenten verkozen tot ‘Oxford Professor of Poetry’, een eer die slechts weinige schrijvers ten deel valt, totdat zijn gezondheid dit onmogelijk maakt in 1968. Degene die vóór hem jarenlang deze stoel had bekleed,
was Robert Graves, ook al een bekende voor de meesten onder u.

Zijn bekendste werk, UNDERTONES OF WAR (1928) is een klassieker, proza met af en toe een poëtische passage en achter in het boek een aantal gedichten. Altijd put hij troost uit het landschap zoals het was voor 1914 en in gedeelten nog was in 14-18. Hij beschrijft ook wat hij ziet als de verschrikkingen van die oorlog, maar op een andere manier dan Owen of Sassoon, indirecter, kalmer, met meer afstand.

Zijn Les Halles d’Ypres, een verstild gedicht over de ruïnes van dat stadje, hing op groot formaat (en misschien hangt het er nog wel) bij de ingang van het FLANDERS FIELDS MUSEUM in Ieper, dus voor je gebombardeerd wordt in dit high-tech museum met indrukken op oog, oor en neus.

Zijn vriend Siegried Sassoon vond hem de dichter die het meest geobsedeerd was door de oorlog. Zijn lange vriendschap met Sassoon, beslist niet de gemakkelijkste man, toont aan wat voor iemand Blunden was en over welke eigenschappen hij beschikte. Hij is trouwens de oorlogsdichter die het langst gediend heeft.

Zelfs bij zijn begrafenis was hij niet vrij van de Grote Oorlog: zijn oude koerier uit 14-18 plaatste een krans Vlaamse klaprozen op zijn graf. Blundens grafschrift luidt : “I live still to love still things quiet and unconcerned”.

Parafrase
Het is al weer een tijdje geleden en ik heb de rechtschapenen gezien, in de steek gelaten, van alles beroofd. Dat hadden we toch niet geleerd?

En waar is dat groene, vruchtbare land? Uitgeteld door kanonnen en mijnen, de dorpen weg, zonder de laatste rat of torenvalk. Een heel aparte soort genade?

Ik heb Seraphina, een engel, gekend. Ze kreeg van de natuur haar teint, haar blik, affectie, geluid als in het paradijs. Ik zag haar glimlach verzuren en hoorde haar lied wegsterven. Ze nam het oudste beroep ter wereld op. Zeker iets nieuws?

Je kan zeggen wat je wil, maar onze God ziet hoe de dingen gaan. Deze desillusies zijn het merkwaardige bewijs dat Hij van de mensheid houdt en blijft houden; daar zijn geloof, leven en deugd in het zonnelicht.

Commentaar
Op zijn rustige manier zegt de dichter dat hij het leed van mensen heeft gezien. In de parafrase zet ik achter de laatste zin een vraagteken. Blunden doet dit niet:
“This is not what were formerly told”. Kan op desillusie of ironie wijzen: je krijgt het ene te horen en je ziet het tegenovergestelde gebeuren.

De verwoesting van het landschap en zelfs het leven erop. Een merkwaardig soort genade.
Zelfs de bekoorlijkheid van een meisje/vrouw (moeder?) verdween en ze ging de prostitutie in. Ja, die moderne tijd.

Je kan van God veel zeggen, maar Hij ziet hoe het loopt. Vreemd hoe Hij van de mensen houdt en blijft houden; ginds is het goede en het goede leven. Dit laatste (“Over there are faith, life and virtue in the sun”) kan je interpreteren als ‘in de hemel’ als je gelovig bent, maar is ook ontroerend voor een agnosticus of atheist. Je kan het ook uitleggen als ‘niet hier, maar daar, verder weg’. Blunden is niet iemand die je een routekaart geeft, gelukkig maar.

Langzaam zie je de toon veranderen: van spot naar gelatenheid en dan met een sprankje hoop?
Ook in de taal beweegt Blunden zich van alledaags ( ‘knocked silly’, ‘…our God sees how they run’) tot archaisch of verheven (‘righteous’, ‘harlotry’, ‘Seraphina’).

Fred van Woerkom

PS. U kunt Edmund Blunden dit gedicht horen lezen als u naar Poetry Archive gaat. Rustiger van toon en tempo, zonder dramatische pauzes of veranderingen van toonhoogte, kan het niet, zelfs als je in aanmerking neemt dat hij toen al oud was.

 


 naar poetry corner